WERKEN IN EEN INTERCULTURELE CONTEXT
 
Wordt gegeven in Keuzelijst 3e ba Orthopedagogie
Keuzelijst 3e ba sociaal werk: maatschappelijke advisering - afstudeerrichting: maatschappelijke advisering
Keuzelijst 3e ba sociaal werk: maatschappelijk werk - afstudeerrichting: maatschappelijk werk
Keuzelijst 3e ba sociaal werk: personeelswerk - afstudeerrichting: personeelswerk
Keuzelijst 3e ba sociaal werk: sociaal cultureel werk - afstudeerrichting: sociaal-cultureel werk
Hoorcollege [A] 12.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 6.0
Totale studietijd [D] 84.0
Studiepunten [E] 3
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Ann Bens
Referentie SCSWKM03K00002
 
Trefwoorden
Werken in een interculturele context.

Doelstellingen
Vlaanderen en Europa kenden historisch verschillende migratiebewegingen en vormen vandaag de dag een gemeenschap van verschillende culturen. We leven in een multiculturele samenleving. Bovendien is door de toenemende economische globalisering en de ontwikkelingen van nieuwe en snellere vormen van transport en communicatie afstand en tijd verschrompeld. De wereld is een "global village" geworden. De hulpverlener wordt in toenemende mate geconfronteerd met mensen met andere culturele achtergronden en dient op een adequate manier met die verschillen om te gaan, bewust van de eigen 'culturele' bril waardoor hij kijkt.

Dit opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:

Beroepsspecifieke competenties
-> Competenties gericht op professioneel handelen
Ortho
- Vanuit een professionele houding een antwoord op maat geven, verbaal en non verbaal, aan de hulpvragen van de cliënt.
Sociaal Werk
- Communiceren doelgericht in een context van grote diversiteit.

-> Competenties gericht op ethisch handelen
Ortho
- Begrip en betrokkenheid ontwikkelen met behulp van ethische, normatieve en maatschappelijke vragen, samenhangend met de beroepspraktijk.
Sociaal Werk
- Handelen op het kruispunt van mensen en hun omgeving vanuit een ethische grondhouding.

Algemene beroepsgerichte competenties
-> Teamgericht kunnen werken
Ortho
- Met anderen in een interdisciplinaire, interculturele, internationale beroepsomgeving samenwerken.
Sociaal Werk
- Profileren zich als constructief teamlid zowel als participant in een team dan als (bege)leider van een team. Dit geldt zowel binnen een eigen dienst als in samenwerkingsverbanden met andere organisaties.

Algemene (generieke) competenties
-> Reflecteren
Ortho
- Kritisch reflecteren op het functioneren.
Sociaal Werk
- Het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken.

-> Internationale gerichtheid
Ortho
- Inzicht in de interculturele samenlevingsaspecten binnen een Europese en internationale context.

Dit opleidingsonderdeel wordt in modeltraject 3 van beide opleidingen gegeven zodat studenten tot een integratie kunnen komen van inhouden van verschillende opleidingsonderdelen:
Ortho en Sociaal Werk
Modeltraject 1 en 2
Agogische vaardigheden: communicatietechnieken, werken in en met groepen;
Kennis van het werkveld en stage-ervaringen.
Sociaal Werk
Modeltraject 1
Culturele antropologie.

Het opleidingsonderdeel kan een wisselwerking kennen met kennis- een vaardigheidsaspecten uit opleidingsonderdelen in modeltraject 3 die zich richten op gesprekmodellen.
Het opleidingsonderdeel ondersteunt in modeltraject 3 wie stage loopt in organisaties waar verschillende culturen elkaar ontmoeten en wie een buitenlandse stage verkiest. Het kan ook een ondersteuning bieden aan het afstudeerproject in modeltraject 3.

Leerinhoud
Cultuur, culturele identiteit, interculturaliteit;
Diversiteit binnen etnisch culturele minderheden;
Kennisaspect: Hoe anders is anders?;
Houdingsaspect: Attitudes ten opzichte van de ander?;
Vaardigheidsaspect: Hoe omgaan met die ander? (aan de hand van casussen).

Begincompetenties
Conceptuele kaders en agogische modellen uit de modeltrajecten 1 en 2:
Ortho en Sociaal Werk
Modeltraject 1 en 2
Agogische vaardigheden: communicatietechnieken, werken in en met groepen;
Kennis van het werkveld en stage-ervaringen.
Sociaal Werk
Modeltraject 1
Culturele antropologie.

Openheid voor andere mens- en wereldbeelden.

Eindcompetenties
De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik ‘doelstellingen’ worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:

Op het niveau weten en inzien
De studenten:
- Omschrijven inzichtelijk het fenomeen van diversiteit in het algemeen en specifiek in de Vlaamse context;
- Profileren zich bewust te zijn van het belang van culturele identiteit voor een persoon;
- Kenschetsen kritisch cultuur als een dynamisch en contextgebonden gegeven en het gevaar van culturaliseren.

Op het niveau toepassen en integreren
- Ontwikkelen een eigen visie binnen het spanningsveld tussen etnocentrisme en relativisme;
- Situeren beargumenteerd hun eigen gedrag en dat van hun omgeving binnen deze concepten
( etnocentrisme, relativisme);
- Reageren adequaat op vooroordelen, discriminatie en racisme;
- Functioneren zinvol, creatief en verantwoord in het werkveld op basis van verworven interculturele competenties.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Handboek: Van Endt-Meyling, M. (2007). Met nieuwe ogen, werkboek voor de ontwikkeling van een transculturele attitude. Bussum, uitgeverij Coutinho.160 p. (ISBN 978962800789).
Richtlijnen op Dokeos.

Studiekosten
Handboek 18,50 euro.
Toegangsprijs tentoonstelling of activiteit mogelijk.

Studiebegeleiding
Via Dokeos.

Onderwijsvormen
Interactief hoorcollege;
Analyse van beeldmateriaal;
Oefeningen (o.a. casussen, discussies, groepsopdrachtjes) en activiteiten;
Mogelijkheid tot gastspreker of extra-muros bezoek.

Dit opleidingsonderdeel ondersteunt, gelinkt aan haar inhoudelijke eigenheid, de mogelijkheid tot implementatie van internationale gastsprekers en/of bezoeken in internationale context.

Evaluatievorm
Eerste zittijd
Individuele paper rond een onderwerp vrij te kiezen uit de interculturele context:
- de paper wordt op het examen in kleine groepjes voorgesteld;
- medestudenten en lector bevragen elkaar;
- lector peilt met gerichte vragen naar theorie, visie en houding van de student.

Op het groepsexamen wordt zowel de inhoud van de paper, de inbreng van de student tijdens de groepsdiscussie en de antwoorden op gerichte vragen beoordeeld.

Daarnaast wordt ook rekening gehouden met de inbreng van de student gedurende de lessen en met aanwezigheid. Studenten die weinig of niet participeerden tijdens het lesgebeuren of vaak afwezig waren kunnen enkele punten verliezen, studenten die goed meewerkten kunnen enkele punten winnen.

Tweede zittijd
Voor de tweede zittijd wordt een nieuwe paper voorgesteld en zal de student individueel bevraagd worden.

OP-leden