BEMIDDELEN EN OMBUDSWERK
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in het sociaal werk - afstudeerrichting: maatschappelijke advisering
Hoorcollege [A] 12.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 8.0
Totale studietijd [D] 84.0
Studiepunten [E] 3
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Erik Van Den Broeck
Referentie SCSWKA03A00013
 
Trefwoorden
Bemiddelen en ombudswerk.

Doelstellingen
Voor maatschappelijk adviseurs is het van het grootste belang dat zij kunnen inschatten dat in onze huidige samenleving de 'richtlijnen' voor het samenleven alsmaar moeilijker te doorgronden zijn en dat - gelet op de alsmaar groter wordende juridisering van onze samenleving - conflicten, belangenconflicten en onenigheden meer en meer voorkomen. De uitbreiding van de regelgeving zorgt ervoor dat de normering van onze samenleving steeds moeilijker te begrijpen valt en heeft als gevolg dat vele burgers niet langer weten hoe zij hun rechten moeten garanderen en hoe zij m.a.w. tot hun rechten moeten komen. De laatste jaren biedt hierbij het werk van de ombudsdiensten die kunnen bemiddelen soelaas. Ombudsdiensten ingebed in velerlei diensten en organisaties - zowel publiekrechterlijk als privaatrechterlijk - kunnen een tegengewicht geven aan vormen van bureaucratie, gevallen van uitsluiting, belangenconflicten en twijfels van burgers die hun rechten willen blijven vrijwaren. Het ombudswerk zorgt voor een potentieel herstel van het soms heel fragiele evenwicht tussen de rechtsleer en de rechtsonderhorigen. Evenzeer is van belang dat door bemiddeling het ombudswerk ervoor zorgt dat er naar de klachten van de burger geluisterd wordt en dat de burger in zijn integriteit gelaten en gehoord wordt. Ombudswerk is bij uitstek een brugfunctie tussen burger en samenleving in haar grote diversiteit. Maatschappelijk assistenten zijn zeer goed geplaatst om een grote rol te spelen in het ombudswerk. Een goeie ombudsfunctionaris is meer dan een specialist in de rechtsregels. Hij of zij is evenzeer een sociaal geëngageerd persoon die via de bemiddeling conflicterende belangen met elkaar probeert te verzoenen. Hij of zij is derhalve een zeer gespreksvaardig persoon.
Ter motivatie voor dit opleidingsonderdeel vermelden we volgende definitie:
‘Ombudswerk is een bemiddeling voor de burger die een klacht heeft over een dienst of een bedrijf en die zelf die klacht bij die dienst of dat bedrijf niet opgelost krijgt’.
De ombudsfunctionaris positioneert zichzelf op de tweedelijnspositie waarbij hij of zij probeert het vertrouwen in oplossingen te herstellen. Het ombudswerk werkt hiertoe volledig onafhankelijk en in vertrouwen. Het baseert zich op wetgeving en reglementen en op het principe van billijkheid en rechtvaardigheid waardoor het een meerwaarde kan zijn tegenover de rechtbanken.
Bemiddelen en ombudswerk zijn twee los van elkaar te onderscheiden methoden maar ombudswerk zonder bemiddeling is onmogelijk.

Het opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:

Beroepsspecifieke competenties
Sociaal werkers:
-1. Hanteren gepaste, concrete en juridisch onderbouwde informatie in het belang van de cliënt.
Sociaal werkers oriënteren zich voor ombuds- en bemiddelingswerk doelgericht in de wetgeving en de regelgeving. Zij selecteren de gepaste informatie en vertalen die in functie van de concrete vraag. Zij behartigen correct de belangen van de cliënt.

-2. Handelen op het kruispunt van mensen en hun omgeving vanuit een ethische grondhouding.
Sociaal werkers nemen voor het bemiddelingswerk een gefundeerde positie in bij normatieve vragen en ethische dilemma’s. Zij herkennen ethische en deontologische kwesties in de beroepspraktijk.

Algemene competenties
Algemene beroepsgerichte competentie
-3. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
Sociaal werkers analyseren in het kader van het bemiddelingswerk complexe problemen. Zij ontwikkelen oplossingsstrategieën die ze uitvoeren en waarvan ze de waarde toetsen en bijsturen.

Algemene (generieke) competenties
-4. Het verwerven en verwerken van informatie.
In het kader van het bemiddelingswerk beroepen sociaal werkers zich op een zelfstandig opgebouwde kwalitatieve redenering en analyseren ze adequaat problemen. Zij hanteren in het bemiddelingswerk conflicten op een constructieve wijze, ook vanuit een leidinggevende rol.

-5. Het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken.
Sociaal werkers die bemiddelen, voeren vlotte formele en informele gesprekken en leggen doelgerichte contacten met cliënten en externen.

Het opleidingsonderdeel sluit aan bij juridische aspecten uit de opleidingsonderdelen:
Modeltraject 1
Inleiding tot het Belgisch rechtssysteem: Grondwettelijk recht en Strafrecht;
Inleiding tot het Belgisch rechtssysteem: Burgerlijk recht en Sociaal recht.
Modeltraject 2
Arbeidsrecht;
Sociaal Zekerheidsrecht.

Het kent ook linken met het opleidingsonderdeel Recht en sociaal juridische dienstverlening m.n. Administratief recht modeltraject 3.
Het kan ook ondersteuning bieden aan de opleidingsonderdelen Actuele thema’s in Maatschappelijke Advisering, Stage 2 en Afstudeerproject modeltraject 3.

Leerinhoud
Studenten moeten twee in principe los van elkaar staande terreinen bestuderen enerzijds de wetgeving om zich te bekwamen in de kennis van de rechtsregels en anderzijds de gespreksvaardigheden die toelaten om op een correcte manier te bemiddelen.
Overzicht :
Geschiedenis van de bemiddeling: de totstandkoming van de bemiddeling;
Verschillende vormen van bemiddeling: tussen particulieren, tussen bedrijven, met de overheden;
Positionering en de rol van de bemiddelaar: een aantal stringente, duidelijk afgelijnde functiebepalingen, een aantal vrijheden;
Juridisch kader van de bemiddeling: welk maatschappelijk draagvlak heeft bemiddeling?, welke consequenties zijn aan de uitspraken van een bemiddelaar verbonden?, welke autonomie heeft de bemiddelaar?;
Het werkkader van het ombudswerk;
Het klachtengesprek;
Het bemiddelingsgesprek als methodiek en methode: de verschillende fasen van een bemiddelingsgesprek;
Conflicthantering;
De rechtspositie van de rechtssubjecten: een aantal belangrijke juridische domeinen die vaak aanleiding geven tot bemiddeling;
Bemiddeling voor de Maatschappelijk Adviseur: de bemiddeling in sociale geschillen, de bemiddeling als intermediair tussen overheid en burger;
De deontologie van de bemiddelaar: de deontologische code op basis van de Europese code en de federale gedragscode;
Bemiddeling als alternatieve geschillenbeslechting naast de arbitrage en de normale gerechtelijke procedure, de voor- en nadelen van diverse systemen alsook de verschillen in werkvormen;
Casussen.

Begincompetenties
Een grondige basiskennis van het Sociaal recht, het Burgerlijk recht en het Administratief recht ondersteunt het kunnen volgen van het juridische luik van dit opleidingsonderdeel.

Eindcompetenties
De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik 'doelstellingen' worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:

Op het niveau weten en inzien
De studenten:
- Kaderen correct:
        - het ontstaan van het ombudswerk in de huidige samenleving;
        - de verschillende functies van bemiddelen.
- Duiden met zin voor nauwkeurigheid de verschillende actoren in het ombudswerk aan;
- Schatten hun eigen competenties en rol in bemiddelen en als potentieel toekomstig ombudsfunctionaris juist in;
- Beargumenteren kritisch de waarde van de verschillende gesprekmodellen in functie van het ombudswerk en de bemiddeling.

Op het niveau toepassen
De studenten:
- Motiveren kritisch de organisatie en de methodiek van het ombudswerk;
- Detecteren correct de ethische en deontologische kwesties die te maken hebben met bemiddelen en het ombudswerk.

Op het niveau toepassen en integreren
De studenten:
- Analyseren met zin voor constructieve oplossingen eenvoudige casussen op een geïntegreerde wijze;
- Communiceren adequaat in bemiddeling door gebruik te maken van de vereiste gespreksmodellen.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Cursus en vakliteratuur.

Studiekosten
De kostprijs wordt geraamd op ongeveer 5 euro.

Studiebegeleiding
Studenten kunnen -indien nodig- individueel met vragen bij de lector terecht na afspraak;
Tijdens de les worden de casussen grondig besproken en geëvalueerd;
Door middel van feedback wordt de inhoud verduidelijkt.

Onderwijsvormen
Gevarieerde werkvormen:
Hoorcollege: interactiviteit, discussiecollege, stellingsvragen;
Groepswerk;
Opdrachtgestuurd: casusgericht, reflectievragen;
De oefeningen en opdrachten worden in het werkcollege voorzien.

Dit opleidingsonderdeel ondersteunt, gelinkt aan haar inhoudelijke eigenheid, de mogelijkheid tot implementatie van internationale gastsprekers en/of bezoeken in internationale context.

Evaluatievorm
Eerste zittijd
Op het einde van het semester wordt het opleidingsonderdeel afgesloten met een schriftelijk examen. Hierbij wordt gekozen voor zowel kennis- als inzichtsvragen, aansluitend bij de gestelde eindcompetenties en de competenties uit het opleidingsprofiel. Het examen zal op toepassingsniveau eveneens een of meerdere casussen bevatten die door de studenten moeten worden opgelost.
Het examen richt zich op de volledige leerinhoud van dit opleidingsonderdeel.
Het aantal vragen wordt bepaald met zorg naar haalbaarheid binnen de voorziene examineringtijd.

Tweede zittijd
Een gelijkaardig schriftelijk examen als in de eerste zittijd.

OP-leden