JEUGDRECHT EN JEUGDBELEID
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in de orthopedagogie
Hoorcollege [A] 24.0
Werkcollege [B] 24.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 10.0
Totale studietijd [D] 168.0
Studiepunten [E] 6
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Ann De Brouwer
Referentie SCORTH02A00017
 
Trefwoorden
Jeugdrecht – jeugdbeleid.

Doelstellingen
Zowel in het opleidingsprofiel als in de omschrijving van de opvoeder-begeleider in de visietekst van de opleiding is aangegeven dat een kritisch maatschappelijke houding een essentiële attitude is. De opvoeder-begeleider heeft een verantwoordelijkheid naar de maatschappij toe als stem van de personen die dreigen tot de marginaliteit te behoren of sociaal maatschappelijke zwakker te zijn.
Teneinde die functie te kunnen vervullen zijn basisinzichten in de beleidssystemen noodzakelijk en moet de student zich weten te oriënteren in de informatiekanalen van de overheid.
Een overzicht hebben over het algemene en reguliere welzijnsbeleid en jeugdbeleid is dan ook essentieel om te kunnen werken in de sociale sector.
Hieruit volgt automatisch dat het bijzondere ook dient gekend te worden. Vertrekkende vanuit het gewone zullen de opvoed(st)ers zeker en vast in contact komen met de bijzondere jeugd.
Het is meer dan noodzakelijk dat een opvoeder-begeleider de beginselen van jeugdbescherming en jeugdrecht beheerst. Een aanzienlijk deel van de opvoeders-begeleiders komen in contact met jongeren in een problematische opvoedingssituatie (POS) of jongeren die een als misdrijf omschreven feit (MOF) hebben gepleegd. Kennis van jeugdbescherming en jeugdrecht zijn bepalend om deze jongeren een professionele hulpverlening te bieden.

Het opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:

Beroepsspecifieke competenties
-1. Vanuit een kritische orthopedagogische invalshoek, een pluralistische houding en de solidariteitsgedachte, maatschappelijke systemen en het beleid sensibiliseren om de belangen van de personen met ondersteuningsbehoefte te behartigen.
Deelcompetenties:
        - Het persoonlijk referentiekader (h)erkennen en situeren binnen de theoretische kaders;
        - De maatschappelijke context sensibiliseren door het implementeren van een pluralistische
        houding en solidariteitsgedachte.

-2. Preventief handelen binnen de context van de hulp- en dienstverlening(preventiewerker).
Deelcompetenties:
        - In samenspraak met de cliënt strategisch en methodisch vorm geven aan preventieve acties;
        - Participeren aan preventie op micro-, meso-, en macroniveau;
        - Signaleren van risico- en protectieve factoren ten aanzien van maatschappelijke
        ontwikkelingen.

Algemene competenties
Algemene(generieke) competenties
-3. Correct en gediversifieerd redeneren.
Deelcompetenties:
        - Adequaat en correct gebruik maken van het geëigende begrippenkader;
        - De wisselwerking theorie en praktijk integreren in zijn handelen.

-4. Informatie zelfstandig en kritisch verwerven en verwerken.
Deelcompetenties:
        - Relevante (nationale en internationale) informatie opzoeken, lokaliseren, analyseren, ordenen
        en synthetiseren;
        - Informatie kritisch en doelgericht verwerken en in zijn handelen integreren.

-5. Op een correcte wijze mondeling en schriftelijk communiceren met vertegenwoordigers van het eigen en andere beroepenveld en met significante anderen.
Deelcompetentie:
        - Meningen, ideeën en informatie duidelijk en in een correcte taal, met gebruik van relevante
        vakterminologie expliciteren (mondeling en schriftelijk).
Dit opleidingsonderdeel sluit aan bij de basisbegrippen van het opleidingsonderdeel 'Recht' in modeltraject 1, biedt ondersteuning voor stage 1 in modeltraject 2 en stage 2 en afstudeerproject in modeltraject 3.

Leerinhoud
Deel 1: Jeugdbeleid.
Een oriëntering in het begrippenkader en de ondersteunende structuren van het welzijnsbeleid in Vlaanderen:
Vanuit de huidige maatschappelijke ontwikkelingen worden algemene inzichten gegeven rond de algemene beleidsopties van de huidige regering en de voorhanden zijnde middelen om het sociale en welzijnsbeleid uit te voeren. Afhankelijk van het onderwerp wordt het beleid van Vlaanderen ook gesitueerd t.a.v. het federale beleid, het Europese beleid;
Daarna wordt de sector Jeugd diepgaander behandeld enerzijds i.f.v. het toekomstig werkveld van de opvoeder, anderzijds i.f.v. ontwikkelingen in de actualiteit;
De studenten gaan dieper in op de aspecten van het jeugdbeleid, vooral op het niveau van het lokale jeugdbeleidsplan en de actualiteit daarrond. Daartoe gaan zij zelf op zoek naar het jeugdwerkbeleidsplan van een stad of gemeente naar keuze.

Deel 2: Jeugdbescherming en jeugdrecht:
Maatschappelijke en juridische tendensen, visies en invloeden m.b.t. het kindbeeld worden historisch gekaderd (socialiserings- en penaliseringsprocessen);
Historisch overzicht van het jeugdbeschermingsrecht (Wet van 1912 en 1965);
De huidige sociale en gerechtelijke jeugdbijstand (Decreet 04/04/1990 – Wet 02/02/1994);
Bijzondere jeugdbijstand voor meerderjarigen (Decreet 04/04/1990);
Nieuwe wet op jeugddelinquentie (Wet 2006);
Burgerrechtelijke begrippen in het kader van jeugdbescherming zoals adoptie, echtscheiding, ouderlijk gezag;
Integrale jeugdhulpverlening;
Decreet rechtspositie minderjarige;
Actualisatie van het Recht.

Begincompetenties
Studenten hebben de basisbegrippen van het Recht in modeltraject 1 gezien. Deze basisbegrippen worden in dit opleidingsonderdeel geconcretiseerd binnen het kader van jeugdrecht.

Eindcompetenties
De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik 'doelstellingen' worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:

Op het niveau weten en inzien
De studenten:
- Geven correct een algemene introductie weer van het Vlaamse beleid inzake welzijn, gekaderd in het geheel van begrippen en visies;
- Kenschetsen overzichtelijk de structuur Bijzondere Jeugdbijstand;
- Interpreteren de wetgeving correct.

Op het niveau toepassen en integreren
De studenten:
- Maken gebruik van de correcte terminologie;
- Zoeken gericht naar informatie betreffende beleidsbeslissingen door het raadplegen van specifieke bronnen (welzijnszakboekje, specifieke website, vaktijdschriften);
- Geven een duidelijk overzicht van een lokaal jeugdbeleidsplan;
- Nemen een kritische houding aan zowel t.a.v. de actualiteit, de media als t.a.v. beleidsmaatregelen;
- Kaderen inzichtelijk praktische toepassingen/cases naar de wetgeving en in het bijzonder naar jeugdrecht;
- Leggen verbanden met andere aanverwante (rechts)takken.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Syllabus;
Bijhorende papers;
Eventueel handboek.


Studiekosten
De kostprijs voor de cursus wordt geraamd op ongeveer 10 euro;
Prijs aankoop handboek jeugdrecht: zal medegedeeld worden bij aanvang academiejaar;
Cursus welzijns- en jeugdbeleid.

Studiebegeleiding
De lector is bereid om, op aanvraag, bijkomende info en verduidelijkingen te geven.
Tijdens de hoorcolleges zal regelmatig melding gemaakt worden van eventuele examenvragen.
Op het einde van de lessenreeks worden een aantal voorbeeldvragen aangereikt en opgelost.
In de laatste les zullen probleemgerichte vragen beantwoord worden.

Onderwijsvormen
Het eerste deel (algemeen welzijnsbeleid en inleiding jeugdbeleid) van het opleidingsonderdeel:
Hoorcollege ( hoofdzakelijk gedoceerd in grote groepen);
Eventueel leergesprek of discussie m.b.t. de actualiteit.
Voor het gedeelte jeugdbeleid:
Zelfstandig voorbereidend werk (waar twee vragen op gebaseerd zijn voor het schriftelijk examen). Het is een praktische uitwerking van het algemeen theoretisch deel en geldt als voorbereiding op het examen.

Wat betreft het tweede deel van het opleidingsonderdeel - jeugdrecht:
Hoorcolleges met mogelijkheid tot vraagstelling en discussies;
Casussen worden aangereikt om aldus de theorie te integreren;
Artikelonderzoek en bespreking ervan;
Er kan een bezoek gepland worden aan de jeugdrechtbank.

Dit opleidingsonderdeel ondersteunt, gelinkt aan haar inhoudelijke eigenheid, de mogelijkheid tot implementatie van internationale gastsprekers en/of bezoeken in internationale context.

Evaluatievorm
Eerste zittijd
Op het einde van het semester is er een schriftelijk examen met vragen over het gedoceerde gedeelte jeugdrecht en jeugdbeleid (algemene situering beleid en de verschillende domeinen, waaronder jeugdbeleid).
Voor jeugdbeleid worden er ook twee vragen gesteld over hun voorbereidend werk.
Er kunnen detailvragen, overzichtsvragen, meerkeuzevragen, open vragen, kennis, inzicht- en toepassingsvragen en een casestudie gesteld worden. Tevens kan er een actualiteitsvraag, zowel voor jeugdbeleid als jeugdrecht, gesteld worden.
Het aantal vragen wordt bepaald met zorg naar haalbaarheid binnen de voorziene examineringtijd.

Tweede zittijd
Mogelijkheid tot tweede zittijd met gelijkaardige inhoudelijke vragen als in eerste zittijd.

OP-leden
Ann De Brouwer( ann.debrouwer@hogent.be)