VOEDINGSLEER
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in de voedings- en dieetkunde
Hoorcollege [A] 42.0
Werkcollege [B] 24.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 12.0
Totale studietijd [D] 180.0
Studiepunten [E] 6
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis An Vandenhaute
Referentie GCVKDK02A00014
 
Trefwoorden
b420-voeding

Doelstellingen
Een theoretische en praktische opleiding in voeding en fysiologie behoort tot de kwalificatievereisten vermeld in het KB (19 febr. ‘97) dat de uitoefening van het beroep van diëtist regelt.

Dit opleidingsonderdeel kan beschouwd worden als een voortzetting van en aanvulling op Toegepaste voedingsleer 1, Levensmiddelenleer m.i.v. technologie 1 en 2, Anatomie, fysiologie en fysiologie van de voeding en Familiale keukentechnologie van het eerste modeltraject. Er is een horizontale samenhang met Toegepaste dieetleer 1 en 2 en Biochemie

Fysiologie van de voeding 2
De kennis van de fysiologie van de voeding bij de mens behoort tot de wezenlijke kern van het geheel van inzichten dat de bachelor in de voedings- en dieetkunde moet in staat stellen om in de zeer diverse settings in het brede werkveld van de voeding de beroepspraktijk adequaat uit te oefenen. Deze kennis vormt het draagvlak voor het goede begrip en een juiste inschatting van de impact van voeding (naast andere externe factoren met invloed op de fysiologie van de mens) op de integriteit en de stabiliteit van de diverse voedingsgerelateerde functies van het menselijk lichaam. Deze mechanistische basiskennis moet het inzicht in de dieettherapie faciliteren. Daarnaast vormt deze kennis ook de basis voor het inzicht in de manier waarop voeding een primordiale rol kan vervullen in het voorkómen van een aantal belangrijke medische aandoeningen die vandaag in de Westerse wereld een prominente plaats innemen in de ziekte- en sterftestatistieken. De kennis van de fysiologie van de voeding bij de mens moet de afgestudeerde bachelor in de voedings- en dieetkunde tevens in staat stellen nieuwe wetenschappelijke inzichten in het domein “voeding en gezondheid” te assimileren en te vertalen en integreren naar de beroepsactiviteiten.

Toegepaste voedingsleer 2
Kunnen gebruiken van bestaande voorlichtingsmodellen.
Kennen van de behoeften aan energie en voedingsstoffen bij gezonde personen op verschillende leeftijd en de behoefte in relatie tot de bouw en het functioneren van de mens.
Kunnen bepalen van de voedingsbehoefte van individuen of groepen en koppelen aan de antropometrische gegevens en de activiteit.
Kunnen interpreteren van gegevens uit het wetenschappelijk voedingsonderzoek en het kunnen omzetten van de resultaten naar praktische, economisch verantwoorde voedingsadviezen.

Oefeningen toegepaste voedingsleer 2
Kunnen meten en registreren van voedingsmiddelen.
Kunnen opstellen van cliëntgerichte voedingsschema's, maaltijden en menu's, zowel voor individuele personen als voor groepen volgens de levenscyclus.
Integreren van de cursus toegepaste voedingsleer, fysiologie van de voeding, levensmiddelenleer m.i.v. technologie 1 en 2, ... en de hieraan gekoppelde oefeningen.
De voedingstoestand van een individu kunnen vaststellen met behulp van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens van de voeding.
Kunnen berekenen van de kostprijs van een gerecht.

Leerinhoud
Fysiologie van de voeding 2
Fysiologische regulatie van het intermediair metabolisme.
Metabolische adaptaties in specifieke omstandigheden (langdurig vasten, ziekte, sport, etc.).
Energie vereisten voor fysieke activiteit (fysiologie van de spiercontractie, verschillende metabolische activiteiten in verschillende types spiervezels, energiebronnen voor de spier, gebruik van energiesubstraat in functie van intensiteit, aanbevelingen in verband met sportfysiologie, fysiologie van de energie en van de vochtbehoeften bij diverse types van sportactiviteiten, de rol van micronutriënten bij sport, concepten van fysieke fitheid, enz.).
Voeding tijdens verschillende levenscycli (zwangerschap, foetale groei, fysiologie van de lactatie en de rol hierin van de voeding, samenstelling van moedermelk versus andere formules, voeding en het opgroeiende kind, enz.).
Fysiologie van de groei.
Groei en maturatie van de gastro-intestinale tractus.
Nutriënt referentiewaarden: ontstaan en oordeelkundig gebruik.
Fysiologie van de vitamines, mineralen, sporenelementen.

Toegepaste voedingsleer 2
De voeding van een zwangere vrouw
De voeding van de lacterende vrouw
De zuigelingenvoeding
De peuter- en kleutervoeding
Voeding en tandcariës
De voeding van het schoolgaande kind (6 tot 12 jaar)
De voeding van de adolescent (12 tot 18 jaar)
De voeding bij ouderen
Voeding en sport
Alternatieve voedingen
Voedingsfactoren en osteoporose

Oefeningen toegepaste voedingsleer 2
Gezonde voeding volwassenen
Zwangere vrouw
Lacterende vrouw
Zuigelingvoeding (zowel start- als opvolgvoeding en 'beikost')
Peuter- en kleutervoeding

Begincompetenties
Voorkennis van Toegepaste voedingsleer 1, Levensmiddelenleer m.i.v. technologie 1 en 2, Anatomie, fysiologie en fysiologie van de voeding, Familiale keukentechnologie, Toegepaste chemie en Levensmiddelenchemie. Voor deze opleidingsonderdelen moet de student een credit behaald hebben, gedelibereerd zijn of een vrijstelling bekomen hebben op basis van EVK of EVC. Zie het volgtijdelijkheidsoverzicht van de opleiding.


Eindcompetenties
Fysiologie van de voeding 2
Beroepsspecifieke competenties
Deelcompetenties die verband houden met de volgende eindcompetenties:
1. Zelfstandig een kwaliteitsvolle voedings- en dieetbehandeling uitvoeren
Onder meer:
- kennis hebben van de fysiologie van de voeding
- juiste inschatting kunnen maken van de impact van voeding (naast andere externe factoren met invloed op de fysiologie van de mens) op de integriteit en de stabiliteit van de diverse voedingsgerelateerde functies van het menselijk lichaam.
- inzicht hebben in de dieettherapie.

2.Resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aanbevelingen op het gebied van voeding vertalen in praktische adviezen
Onder meer:
- in staat stellen nieuwe wetenschappelijke inzichten in het domein “voeding en gezondheid” te assimileren en te vertalen
- inzicht hebben in de manier waarop voeding een primordiale rol kan vervullen in het voorkómen van een aantal belangrijke medische aandoeningen die vandaag in de Westerse wereld een prominente plaats innemen in de ziekte- en sterftestatistieken

3. Advies verstrekken over kwaliteit en bruikbaarheid van voeding / voedingsmiddelen / voedingsmiddelen voor bijzondere voeding

Toegepaste voedingsleer en oefeningen toegepaste voedingsleer 2
Beroepsspecifieke competenties
Deelcompetenties die verband houden met de volgende eindcompetenties:
1. Zelfstandig een kwaliteitsvolle voedingsbehandeling uit te voeren
Onder meer:
- Kennen van de behoeften aan energie en voedingsstoffen bij gezonde personen op verschillende leeftijd en de behoefte in relatie tot de bouw en het functioneren van de mens.
- Kunnen bepalen van de voedingsbehoefte van individuen of groepen en koppelen aan de antropometrische gegevens en de activiteit.

2. Voedingsvoorlichting te initiëren, te plannen, te organiseren, uit te voeren en te evalueren en dit zowel aan individuen als aan groepen en dit zowel mondeling als schriftelijk
Onder meer:
- in interdisciplinair verband, op methodologische wijze voorlichting te organiseren en te verstrekken

3. Te adviseren over kwaliteit en bruikbaarheid van voeding / voedingsmiddelen / voedingsmiddelen voor bijzondere voeding
Onder meer:
- Kunnen meten en registreren van voedingsmiddelen.
- Kunnen opstellen van cliëntgerichte voedingsschema's, maaltijden en menu's, zowel voor individuele personen als voor groepen volgens de levenscyclus.
- De voedingstoestand van een individu kunnen vaststellen met behulp van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens van de voeding.
- Kunnen berekenen van de kostprijs van een gerecht.

4. Resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aanbevelingen op het gebied van voeding te vertalen in praktische adviezen
Onder meer:
- Kunnen interpreteren van gegevens uit het wetenschappelijk voedingsonderzoek en het kunnen omzetten van de resultaten naar praktische, economisch verantwoorde voedingsadviezen.

Algemene competenties
1. Denk- en redeneervaardigheid: kan vanuit gemeten waarnemingen een analyse opbouwen, resultaten afleiden en conclusies trekken en hierover een beknopt dossier opmaken.
2. Oplossingsgericht werken (zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van probleemsituaties)

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Fysiologie van de voeding 2
Eigen syllabus, aangevuld met lesnota's

Toegepaste voedingsleer 2
Eigen syllabus: Toegepaste voedingsleer 2 en collegenota's
Brochure ‘Aan tafel! Alles over eten en leren eten’, Kind en Gezin, editie 2007
Hoge Gezondheidsraad, Voedingsaanbevelingen voor België 2006, Brussel
Brochures van firma's over babyvoedingen

Oefeningen toegepaste voedingsleer 2
Eigen syllabus: (± 40 blz.) + collegenota's
Belgische Voedingsmiddelentabel, Nationale Raad voor de voeding, Brussel, NUBEL, 2004.
NEVO Tabel, Voorlichtingsbureau voor de voeding, Den Haag, 2006
Hoge Gezondheidsraad, Voedingsaanbevelingen voor België, Herziene versie 2006, Brussel
Hoge Gezondheidsraad, Ministerie van sociale zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, 'Maten en gewichten', handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België (Brussel 2005)
Rekenmachine

Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 25.0 EUR
Fysiologie van de voeding 2
Cursusmateriaal ten bedrage van maximaal 10 €

Toegepaste voedingsleer 2
Eigen syllabus: 7,4 Euro
Brochure ‘Aan tafel! Alles over eten en leren eten’, Kind en Gezin, editie 2007; 5 €

Oefeningen toegepaste voedingsleer 2
Eigen syllabus: max 1,8 Euro
De leerboeken aangekocht bij de aanvang van vorig academiejaar worden verder gebruikt (behoudens aanschaf herziene uitgaven).
- Belgische Voedingsmiddelentabel, te verkrijgen via Departementale boekenverkoop
- NEVO tabel, te verkrijgen via Departementale boekenverkoop
- Rekenmachine
- Hoge Gezondheidsraad, Ministerie van sociale zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, 'Maten en gewichten', handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België (Brussel, 2005) - Gratis te verkrijgen en klassikaal aangevraagd
- Voedingsaanbevelingen voor België, Nationale Raad voor de voeding, Brussel, 2006 - Gratis te verkrijgen en klassikaal aangevraagd.

Studiebegeleiding
Op afspraak (lokaal 1105)

Onderwijsvormen
Fysiologie van de voeding 2
Interactieve hoorcolleges, ondersteund met visueel en web-based materiaal

Toegepaste voedingsleer 2
Informatie aanbiedende methode: doceermethode, mogelijks aangevuld met Power Point voorstelling
Onderwijsgesprek: gespreksvorm, zelfstudie, autonome activiteiten

Oefeningen toegepaste voedingsleer 2
Bij het opstarten van een nieuwe oefening wordt steeds de informatie-aanbiedende methode, nl. de doceermethode gebruikt en de dialectische methode onder de vorm van een leergesprek.
Tijdens het uitwerken van de opdrachten wordt de coöperatieve methode met parallel groepswerk toegepast (dus eenzelfde opgave voor verschillende subgroepen).
Taken en opdrachten voor thuis (= steeds verder afwerken van een reeds gestarte opdracht in klasverband).
Zelfstudie, autonome activiteiten

Evaluatievorm
Fysiologie van de voeding 2
Schriftelijk examen, telt mee voor 30 % van de eindbeoordeling.

Toegepaste voedingsleer 2
Mondeling examen (open vragen) met schriftelijke voorbereiding, telt mee voor 40 % van de eindbeoordeling.

Oefeningen toegepaste voedingsleer 2
De oefeningen tellen voor 30% mee in de eindbeoordeling.

Waarvan:
- Permanente evaluatie: voor 1/5
Bij het overschrijden van de deadline voor het indienen van een oefening, kan max. nog 5/10 behaald worden voor de oefening.
- Summatief schriftelijk examen: voor 4/5
conform de gestelde eisen van de handleiding Oefeningen Toegepaste Voedingsleer 2.
Voor deze evaluatie wordt een geïntegreerde kennis verwacht van de opleidingsonderdelen: Toegepaste Voedingsleer 1 en 2, Familiale keukentechnologie, Levensmiddelenleer m.i.v. technologie 1 en 2, Gemeenschapsvoeding.

Er is voor dit opleidingsonderdeel mogelijkheid tot 2e zittijd. De punten van de permanente evaluatie van de 1e zittijd worden overgedragen naar de 2e zittijd. Gezien de permanente evaluatie, is artikel 2.3 van de DOER van toepassing.

OP-leden
Nele CALLEWAERT
Stefaan DE HENAUW
Marijke SEGERS
An VANDENHAUTE