MICROBIOLOGIE
 
Wordt gegeven in 1st jaar professionele Bachelor in de biomedische laboratoriumtechnologie
Hoorcollege [A] 25.0
Werkcollege [B] 50.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 150.0
Studiepunten [E] 6
Niveau inleidend
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract? niet toegelaten
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Isabel De Pauw
Referentie GCBLTX01A00008
 
Trefwoorden
Microbiologie (b230), bacteriologie (b230), virologie (b230), mycologie (b230), infecties (b510).

Doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel is vereist voor het verwerven van de beroepstitel van "Medisch Laboratoriumtechnoloog" (KB 2 juni 1993). De student maakt kennis met verschillende groepen van micro-organismen, aangezien de Bachelor in de Biomedische Laboratoriumtechnologie kan geconfronteerd worden met taken in het terrein van de microbiologie.

Eerst en vooral wordt algemene kennis verworven. Vervolgens worden basisvaardigheden aangeleerd in dit opleidingsonderdeel in het eerste jaar om nadien in andere opleidingsonderdelen meer specifiek welbepaalde groepen van micro-organismen onder de loep te nemen in functie van labdiagnostiek. Op dit moment hoeft de student geen specifieke voorkennis te hebben.

De theorie vormt de ruggegraat voor de meer gespecialiseerde takken van de microbiologie, nl. de (medische) bacteriologie, de parasitologie en mycologie en de virologie, die in andere modules gedoceerd worden. Daarom worden in dit opleidingsonderdeel drie groepen micro-organismen behandeld: de fungi, de bacteriën, de virussen, dit zowel in de theorie als in de praktijk.
De morfologie, de structuur en de vermenigvuldiging van die micro-organismen worden in het labo - en parallel met de theorie - microscopisch onderzocht. Bijzondere aandacht wordt besteed aan het gebruik van de optische microscoop, waarbij het noodzakelijk is dat de student(e) zelf preparaten maakt, kleurt en onderzoekt. Er wordt eveneens aandacht besteed aan verschillende microscopen met de praktische werking ervan met behulp van ICT toepassingen.
De student verwerft kennis, vaardigheden en attitudes om op een adequate manier de er op volgende opleidingsonderdelen aan te vatten. Zeer veel belang wordt gehecht aan het nauwkeurig en volledig invullen van de verslagen; (datum, naam, nummer student, correcte schrijfwijze van de onderzochte cultuur, juist benamingen...)
Vaardigheden: de student(e) kan met de microscoop werken, kan microbiologische kleuringen uitvoeren, aseptisch werken, kan overenten, kan een Nederlandstalig wetenschappelijk artikel i.v.m. pathogenen interpreteren.
Volgende attitudes worden ontwikkeld: accuratesse, veiligheids- en milieubewustzijn, zelfstandigheid, nauwkeurigheid, orde, ...

Dit opleidingsonderdeel stimuleert binnen het geheel van de opleiding de volgende algemene competenties: verwerven en verwerken van informatie, vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken.

Verticale coherentie: Dit opleidingsonderdeel vormt de basis voor de (medische) bacteriologie.

Horizontale coherentie: Het is de bedoeling dat de student vanuit de biologie verbanden legt met de microbiologie en vanuit de microbiologie de connectie legt met het opleidingsonderdeel organische chemie.

Leerinhoud
Theorie:
De leerstof wordt thematisch behandeld
Inleiding in de microbiologie
Mycologie (cytologie, structuur, vermenigvuldiging)
Bacteriologie (morfologie, cytologie, vermenigvuldiging, groeicurve, mutaties, variaties, groeibehoeften, metabolisme, genetische recombinatie)
Virologie (structuur, indeling, morfologie, lytische en lysogene cyclus)

Oefeningen:
Good Laboratory Practice-regels, beschrijving en gebruik van de optische microscoop, entingstechnieken, maken van preparaten van gisten, schimmels en bacteriën, kleurtechnieken, plaattelmethode voor bacteriën en virussen, doorgronden van een recent wetenschappelijk artikel.

Begincompetenties
Geen specifieke begincompetenties vereist.
Bezit van enige noties van scheikunde kan nuttig zijn.

Eindcompetenties
Algemene competenties:

1. Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken

Onder meer:
- kan verworven theoretische kennis praktisch toepassen
- heeft zicht op te verwachten en afwijkende situaties; kan afwijkende resultaten herkennen en verklaren; kan informatie/resultaten kritisch verwerken en interpreteren

2. Verwerven en verwerken van informatie

Onder meer:
- kan de gepaste wetenschappelijke informatie opzoeken via internet en via databanken
- kan informatie verwerken tot een bondig en consistent geheel
- kan de gevraagde resultaten uit protocols extraheren en verzamelen
- kan resultaten kritisch interpreteren op eventuele afwijkingen, evalueren en verwerken
- kan verwerkte resultaten en opgezochte informatie wetenschappelijk en volledig rapporteren
- kan verworven kennis toepassen

Specifieke competenties:

1. Het verwerven van algemene vakbekwaamheid met inbegrip van GLP, als ondersteuning bij het verder uitbouwen van beroepsspecifieke competenties.

Onder meer:
- Heeft kennis en inzicht in de materie
- Kan de regelgeving accuraat opvolgen; kan veilig, milieubewust en ethisch handelen in een labo (kan veilig omgaan met chemicaliën, specimen, afvalprodukten en apparatuur); kan verbanden leggen tussen integrale KZ, milieu en veiligheid; kan de eisen of voorwaarden gesteld in een ISOnorm vertalen in procedures en logboek; kan SOP's opstellen; kan meewerken aan kwaliteitscontrole en audit
- Kan correct werken in een labo: kan laboproeven opzetten, gebruikt het correct glasmateriaal, kan materiaal reinigen, kan de benodigde grondstoffen berekenen, meten en wegen; kan op juiste wijze specimen verzamelen; kan stalen correct labelen; kan producten correct stockeren en bewaren; heeft zorg voor materiaal; heeft oog voor de goede organisatie in het labo; kan rapporteren; kan afwijkende resultaten herkennen
- Heeft de correcte attitude: kan nauwkeurig, systematisch en betrouwbaar werken onder tijdsdruk, heeft verantwoordelijkheidszin, is accuraat, heeft zin voor orde, is zelfstandig; is kritisch

2. Uitvoeren van microbiologische technieken.

Onder meer:
- Kan aseptisch werken onder veiligheidskast type II; kan aseptisch een reincultuur bereiden; kan courante sterilisatietechnieken uitvoeren
- Kan cultuureigenschappen onderzoeken
- Kan preparaten maken van gisten, schimmels en bacteriën
- Kan microbiologische kleuringen uitvoeren
- Kan de plaattelmethode uitvoeren



Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Theorie cursus: I. De Pauw (cursusdienst Hogent of Dokeos)
Praktijk cursus: I. De Pauw, A. Leroy en S. Vermeulen (cursusdienst Hogent).
Aanvullende nota's gemaakt door de student tijdens de les.
Hand-outs van powerpointpresentaties (Dokeos).
ICT toepassingen beschikbaar vanuit Dokeos voor het werkingsmechanisme van de microscoop.
Vakliteratuur.
Aanbevolen literatuur uit de bibliotheek van het departement
Video’s.

Studiekosten
5 € voor de theorie cursus.
Syllabus oefeningen microbiologie, Isabel De Pauw, Ancy Leroy en Stefan Vermeulen, ongeveer €3
Deze cursussen worden gratis aangeboden aan de studenten van het eerste jaar.
Kosten voor uitprinten van aanvullende nota’s
Labojas is verplicht bij de oefeningen.

Studiebegeleiding
Steeds mogelijkheid vragen te stellen in of na de les of op afspraak.

Onderwijsvormen
Hoorcollege, interactief leergesprek, video, schriftelijke oefeningen, praktische oefeningen, begeleide zelfstudie (met een artikel).

Voor de theorielessen wordt er gekozen voor hoorcolleges met interactie tussen lecor en student. Er wordt gebruik gemaakt van transparanten met verduidelijkende figuren die beschikbaar zijn voor de student (Dokeos of cursusdienst). Hier kan de student lesaantekeningen maken om de leerstof bewerkbaarder te maken.
In de oefeningen worden praktische handelingen uitgevoerd en worden micro-organismen bestudeerd die ook in de theoretische lessen besproken worden. Verder moet de student zelf zijn studie sturen over een zelfgekozen wetenschappelijk artikel i.v.m. basismicrobiologie, aan de hand van richtlijnen van de lector.

Evaluatievorm
Theorie: mondeling examen 70% : bestaande uit 2 open vragen met schriftelijke voorbereiding en 1 vraag (bestaande uit 4 subvragen) zonder schriftelijke voorbereiding.
Oefeningen: permanente evaluatie 30%, met specifieke aandacht voor de aangeboden competenties : toets microscopie, vaardigheid (enten), attitude in het labo, microscopisch onderzoek van fungi en bacteriën, werken met bacteriële virussen, samenvatting en reflectie over een wetenschappelijk artikel (1/5 van de permanente evaluatie).
Enkel het theoretisch examen kan in 2e zittijd hernomen worden.

OP-leden
Apr. Isabel De Pauw
Dr. Apr. Ancy Leroy