INLEIDING TOT HET BELGISCH RECHTSSYSTEEM: GRONDWETTELIJK RECHT EN STRAFRECHT
 
Wordt gegeven in 1st jaar professionele Bachelor in het sociaal werk
Hoorcollege [A] 24.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 84.0
Studiepunten [E] 3
Niveau inleidend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Jan FIERS
Referentie SCSWKX01A00017
 
Trefwoorden
Publiek recht, mensenrechten, strafrecht

Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel legt de algemene principes van het recht uit, met inbegrip van de staatsstructuur, die men nodig heeft om de andere inhouden te kaderen. Aansluitend wordt ingezoomd op het grondwettelijk en het strafrecht, waarop in inhouden in volgende modeltrajecten wordt verder gebouwd.
Er zijn een aantal redenen waarom dit opleidingsonderdeel vooraan in de opleiding( modeltraject 1) gesitueerd is:
Algemeen
Dit opleidingsonderdeel is een fundamenteel onderdeel van het juridische pakket dat in de opleiding tot Maatschappelijk Assistent wordt aangeboden. Gezien de klemtoon die wordt gelegd op het juridische, is het essentieel dat studenten inzicht hebben in het mechanisme van het recht, en hoe het tot stand komt. Aangepaste juridische kennis en vaardigheden zijn immers noodzakelijk om startklare professionele Maatschappelijk Assistenten op te leiden. Het recht neemt immers in onze maatschappij een almaar belangrijker plaats in.
Gewijzigde politieke cultuur, gewijzigde gebruikerscultuur
Meer en meer evolueert onze samenleving van een bevelshuishouding naar een onderhandelingshuishouding. De overheid legt steeds nadrukkelijker het accent op verantwoord burgerschap: mensen hebben rechten en ook plichten. In de verhoudingen tussen burgers en de overheid, maar ook tussen burgers en allerlei voorzieningen en organisaties, worden informatie, inspraak en tegenspraak belangrijke gegevenheden. In de dienstensector en stilaan ook bij de overheid, staat de klantvriendelijkheid en de klantgerichtheid voorop. Goede dienstverlening en kwaliteitszorg maken steeds vaker het verschil. In de praktijk vertaalt dit zich ondermeer binnen organisaties door mensen aan te reiken die een grote deskundigheid bezitten, met uiteenlopende mensen kunnen omgaan, vlot contacten kunnen leggen en integraal en zelfstandig kunnen werken. De klassieke loketfuncties krijgen dan ook een nieuwe invulling.
Toenemende juridisering
Door het verregaand overheidsoptreden wordt de maatschappij een kluwen van rechten en plichten. Ironisch genoeg is een groot deel van de nieuwe regelgeving (arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht, maar ook consumentenrecht, aansprakelijkheidsrecht, huurrecht, de sociale grondrechten, het familierecht, …) er nu juist op gericht om de personen in een zwakkere maatschappelijke positie te beschermen. En net die mensen geraken er niet meer wijs uit. Ze slagen er niet in deze rechten ook in de praktijk af te dwingen, te realiseren. Dat dit ook de dagdagelijkse ervaring is van de gewone burger blijkt uit de volgende uitspraak van Jan Goorden (voormalig Vlaams ombudsman): “Meer dan eens moet je dan horen van: Waarom hebben ze het allemaal zo moeilijk gemaakt mijnheer?”Onze federale staatsstructuur en de steeds toenemende invloed van Europa geven deze juridisering nog een extra dimensie.

Het inleidende gedeelte van dit opleidingsonderdeel moet de basis vormen en de voorbereiding zijn voor de rechtsvakken die in het curriculum van de opleiding Sociaal Werk voorkomen zoals burgerlijk, grondwettelijk en sociaal recht.
Deze eerste kennismaking met het recht moet de fundamentele en onontbeerlijke kennis van de basisbegrippen in het algemeen bijbrengen.
In het Grondwettelijk recht is het de bedoeling dieper in te gaan op de werking van de staat België. In het kader daarvan wordt ook een eerste verkenning gedaan van het strafrecht.
Met welke doelgroep je ook werkt, de kans is groot dat je het Recht zal nodig hebben. Weten hoe het werkt en hoe het tot stand komt is daarom erg belangrijk

Het opleidingsonderdeel heeft als voorname algemene bedoeling: de studenten vertrouwd maken met de instellingen en het rechtssysteem in België.
Een student Sociaal Werk wordt geacht zicht te krijgen op hulp- en dienstverlening in het werkveld. Met welke doelgroep je ook werkt, de kans is groot dat je het recht zal nodig hebben.
Tegelijk kan het duidelijk zijn dat de rechtsregels eveneens van toepassing zijn op de student zelf, naargelang de verschillende levensfasen waarin hij zich bevindt. Het opleidingsonderdeel kan hem dan ook ondersteunen in zijn persoonsontwikkeling.

Het opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:

- Beroepsspecifieke competentie:
        Sociaal werkers hanteren gepaste, concrete en juridisch onderbouwde informatie in het belang van de cliënt

- Algemene competenties:
         - Het verwerven en verwerken van informatie
         - Het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken

Leerinhoud
Voorafgaand deel: Wat is recht?

Deel I: De algemene beginselen waarop de Belgische Staat is gestoeld:

• kenmerken van de Belgische staat
• belangrijkste evoluties sedert 1830: taalproblematiek, federalisering, internationalisering, evolutie naar een welvaartsstaat
• overzicht van en hiërarchische verhouding tussen de verschillende normen in de Belgische rechtsorde

Deel II: De federale overheid

• de wetgevende macht : samenstelling, bevoegdheid, werkwijze en statuut
• de uitvoerende macht (regering + Koning): samenstelling, bevoegdheid, werkwijze en statuut
• de rechterlijke macht: samenstelling, bevoegdheid, werkwijze en statuut

Deel III: De Gemeenschappen en Gewesten

Deel IV : De Gemeenten, provincies en het OCMW

Deel V : De internationale rechtsorde

• Verenigde Naties: situering van belangrijkste taken en mensenrechtenverdragen
• Europese Unie: belangrijkste taken en normen (richtlijnen, verordeningen, ...)
• Raad van Europa: het EVRM

Deel VI : De rechten en vrijheden (de mensenrechten)

Deel VII: Basisprincipes van het strafrecht

Begincompetenties
Eindtermen secundair onderwijs

Eindcompetenties
De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik ' doelstellingen' worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:
Op het niveau van weten en inzien:
De studenten:
- lichten correct begrippen, structuren en toepassingen van het Belgische rechtssysteem en van het Recht toe
- profileren een kwalitatief zicht op de maatschappelijke context waarbinnen het Recht evolueert en tot stand komt
Op het niveau van toepassen (vaardigheden):
De studenten:
- implementeren de bronnen van het recht
- lossen een gevallenstudie op door gebruik te maken van het Recht
- werken methodisch en zelfstandig
- brengen informatie over het Belgisch rechtssysteem en het Belgisch Recht duidelijk en gestructureerd over
Op niveau van integreren (houding/attitude):
De studenten:
- motiveren het recht als bron van en middel tot hulpverlening

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Boek: Vande Lanotte, J. Bracke, S. en Goedertier G., België voor beginners, Brugge, Die Keure, editie 2005 (indien een nieuwe editie uitkomt, zal de meeste recente versie worden gebruikt), te koop via de cursusdienst
Daarnaast is, ter aanvulling, een cursus ter beschikking via Dokeos
Ondersteunende website: http://docent.hogent.be/~jfs672

Studiekosten
De kostprijs wordt geraamd op ongeveer € 40 (€ 35 voor het boek en € 5 kopiekosten)

Studiebegeleiding
Mogelijkheid tot individuele vraagstelling na elke les.
Kan ook per mail worden aangevraagd - contactgegevens : Jan.Fiers@hogent.be

Op de website: http://docent.hogent.be/~jfs672 wordt verdere ondersteuning geboden in de vorm van aanvullende en uitbreidende informatie (voor de meerwaardezoekers). Je vindt er ook oefeningen, proefexamens en de volledige cursus.

Onderwijsvormen
Ex cathedra hoorcolleges met ruimte voor discussies. De grote groepen lenen zich uitstekend voor opiniepeilingen.
De cursus is een leidraad. Deze wordt in de lessen aangevuld met voorbeelden en toepassingen.

Enkele sessies praktische oefeningen worden in kleinere groepen aangeboden.

Evaluatievorm
Er is examen voor dit opleidingsonderdeel voorzien in de examenperiode op het einde van het semester waarin het opleidingsonderdeel werd gevolgd.

De evaluatie gebeurt via een schriftelijk examen. Er is een gedeelte meerkeuze (50%) en een gedeelte open vragen (50%). Er wordt sterk gewerkt met toepassingsvragen.
Het aantal vragen wordt bepaald met zorg naar haalbaarheid binnen de voorziene examineringtijd.

2de zittijd:
in de tweede zittijd wordt een gelijkaardig schriftelijk examen voorzien.

OP-leden
Jan Fiers