ICT & ONDERZOEKSMETHODOLOGIE
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in de orthopedagogie
Hoorcollege [A] 8.0
Werkcollege [B] 17.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 8.0
Totale studietijd [D] 75.0
Studiepunten [E] 3
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Stijn VANDEVELDE
Referentie SCORTH02A00011
 
Trefwoorden
Onderzoeksmethodologie, ICT, onderzoeksparadigma, onderzoeksfasen, kwantitatief onderzoek, kwalitatief onderzoek, wederzijdse invloed praktijk en onderzoek

Doelstellingen
De wisselwerking tussen theorie en praktijk is een belangrijk gegeven in het orthopedagogische werkveld. Meer en meer wordt aangestuurd op evidence-based research en practice. Van de studenten wordt dan ook verwacht dat hun handelen wetenschappelijk verankerd is vanuit een bekwaamheid om bewust, doelgericht, planmatig en systematisch te werken, met aandacht voor verschillende (wetenschappelijk onderbouwde) methodieken. Dit opleidingsonderdeel beoogt de studenten dan ook kennis te laten maken met orthopedagogisch wetenschappelijk onderzoek en de toepassing ervan in het werkveld. Binnen de wetenschappelijke ontwikkeling heeft de opvoeder/begeleider immers een specifieke rol. Zo is zijn handelen gebaseerd op wetenschappelijke inzichten, past hij wetenschappelijke inzichten toe in zijn handelen en toetst hij op deze manier ook de bruikbaarheid van wetenschappelijke bevindingen in het concrete handelen.

Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de inhouden van Psychologie 1, Jeugd en Agogiek, partim Ontwikkeling en Begeleiding en Orthopedagogiek 1, met bijzondere aandacht voor de partim 'Observatie en Onderzoeksmethodologie'. Vanuit deze inhouden is het een voorbereiding op de stages van het 2e en 3e jaar en op het afstudeerproject.

Het opleidingsonderdeel sluit aan bij de volgende opleidingscompetenties:

2. Hij heeft de kennis van de politieke, sociale, economische actualiteit, medische- en rechtswetenschappen en weet de elementen hiervan te integreren in zijn opdracht
6. Hij weet op basis van vragen, behoeften, wensen en beperkingen van de hulpvrager een bijdrage te leveren in het zoeken van het beste hulpaanbod
8. Hij beschikt over een aantal vaardigheden om een analyse te maken van een probleemsituatie: observatie, gesprekstechnieken, verzamelen en ordenen van gegevens en verslaggeving
11. Hij kan op basis van een analyse van de probleemsituatie of de hulpvraag een (be)handelingsplan mee opstellen waarin een aantal doelstellingen geformuleerd worden voor de opvoeding/begeleiding op korte, en op langere termijn
12. Hij kan de middelen, de route aangeven die hij nodig acht om deze doelstellingen te bereiken
29. Hij tracht de hulpvrager inzicht bij te brengen in de eigen situatie, helpt hem in zijn ontwikkeling tot beslissingsvaardigheid en vermijdt alle overbodige vormen van macht.
35. Hij geeft de hulpvrager maximale informatie en inspraak met betrekking tot de hulpverlening.
37. Hij stelt zich op de hoogte van de ontwikkelingen in zijn beroep, zowel op wetenschappelijk vlak als op maatschappelijk vlak in functie van zijn hulpverlening en is zich bewust welke zijn visies zijn met betrekking tot de hulpverlening.
41. Hij schoolt zich continu bij met betrekking tot de nodige wetenschappelijke inzichten en methodische vaardigheden en is in staat met betrekking tot een bepaald handelen, dit handelen voldoende te onderbouwen en geeft op deze manier stimulansen aan de werking van de dienst.
75. Hij weet een bijdrage te leveren aan het wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van inzichten en methoden met betrekking tot zijn professioneel handelen.

Leerinhoud
In de theoretische lessen kunnen o.m. volgende thema’s aangereikt worden:

1. Verwetenschappelijking van de orthopedagogiek: overzicht en typering van de verschillende onderzoeksfasen
2. Overzicht van de 'grote' onderzoekstradities (kwalitatief vs. kwantitatief onderzoek)
3. Voorbeelden van toegepast wetenschappelijk onderzoek in de orthopedagogiek
4. Overzicht van verschillende stromingen in wetenschappelijk onderzoek en belang hiervan voor dagelijkse handelen

Daarnaast kunnen in de werkcolleges o.m. volgende onderzoeksfasen meer in detail uitgewerkt worden:

1. Literatuurverkenning, met inbegrip van wetenschappelijke databanken
2. Keuze van dataverzamelingstechnieken, met inbegrip van psychodiagnostiek
3. Ontwikkeling van dataverzamelingstechnieken
4. (Wetenschappelijke) rapportage


Begincompetenties
We verwachten dat studenten de inhouden van Jeugd en Agogiek, partim ‘Ontwikkeling en Begeleiding’ en Orthopedagogiek 1, met bijzondere aandacht voor de partim ‘Observatie en rapportage' geïntegreerd hebben.

Eindcompetenties
De studenten:

- kennen de verschillende fasen die onderscheiden worden in wetenschappelijk onderzoek
- omschrijven de rol van de opvoeder/begeleider binnen wetenschappelijk onderzoek
- situeren de verschillende fasen binnen de diagnostische cyclus en hun eigen mogelijke bijdrage hierin
- benoemen en karakteriseren de verschillende onderzoeksparadigma’s in de (ortho)pedagogiek
- illustreren deze verschillende onderzoeksparadigma’s aan de hand van een zelfgekozen voorbeeld
- kaderen onderzoek binnen de verschillende onderzoeksparadigma’s
- zoeken zelfstandig wetenschappelijke literatuur op
- voeren zelfstandig een aantal basistaken uit binnen het besproken onderzoeksdesign
- schrijven een tekst op basis van een aantal wetenschappelijke criteria (duidelijkheid, coherentie, etc.)


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Syllabus, o.m. bestaande uit wetenschappelijke artikels, teksten en hoofdstukken uit boeken
Eigen notities
Ondersteunend educatief materiaal (bvb. test en/of vragenlijst)
Gebruik van elektronische leeromgeving


Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 10.0 EUR
Kosten van de syllabus

Studiebegeleiding
De docenten bieden begeleiding tijdens de werkcolleges.
Daarnaast zijn de betrokken docenten steeds bereikbaar na afspraak en ook tijdens en na de lessen.


Onderwijsvormen
Theoretische lessen: hoorcollege (met vraagstelling)

Werkcolleges: toepassingen, begeleide oefeningen, coaching, zelfstandige (individuele en/of groeps-) opdrachten


Evaluatievorm
Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen (12/20)

Permanente evaluatie waarin gepeild wordt naar de toepassing van de – in de werkcolleges opgedane – inzichten door middel van een aantal individuele opdrachten (8/20)
De evaluatie berust op een schriftelijk examen en een individuele taak (bundeling van de opdrachten). Het examen staat op 12 punten, de taak op 8 punten. De taak wordt op een vooropgestelde datum ingediend en wordt gequoteerd op basis van vooropgestelde criteria (cf. opdrachtenformat). Indien de taak niet wordt afgegeven, heeft de student automatisch 2e zittijd: schriftelijk examen.

Periode schriftelijk examen: december
Periode indienen taak: tweede semester


OP-leden
Stijn Vandevelde
Johan van Daal
André Van Butsel