STUDIUM GENERALE II
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in het office management - afstudeerrichting: Management Assistant
3de jaar professionele Bachelor in het office management - afstudeerrichting: Management Assistant
3de jaar professionele Bachelor in het office management - afstudeerrichting: Bedrijfsvertaler-tolk
3de jaar professionele Bachelor in het office management - afstudeerrichting: Bedrijfsvertaler-tolk
Hoorcollege [A] 10.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 65.0
Totale studietijd [D] 75.0
Studiepunten [E] 3
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands of volgens afspraak
Titularis Henk DAMME
Referentie OCOMGA03K00005
 
Trefwoorden
Studium Generale

Doelstellingen
Het Studium Generale biedt een informatief pakket aan vanuit een interdisciplinaire benadering. Hierbij staat problematisering en kritische bevraging van actuele kennisgebieden voorop.

De lezingenreeks die het Studium jaarlijks aanbiedt, wil participanten van alle departementen stimuleren tot reflectie over vragen waarmee alle vakgebieden geconfronteerd worden. Dat betekent dat interdisciplinariteit een eerste vereiste is.

Een tweede vereiste wordt gevormd door de maatschappelijke relevantie.

Het Studium Generale is bedoeld als aanvulling op de bestaande onderwijspakketten. Vanuit een kritiek van onze hedendaagse cultuur en samenleving zullen verbanden tussen de studiegebieden worden gesmeed.

Vanuit die gedachte zet het Studium zelf een reeks lezingen op, waaraan een waaier aan manifestaties kan worden gekoppeld (debatten, culturele avonden, workshops behoren tot de mogelijkheden).

Leerinhoud
Het studium generale van de Hogeschool Gent zal zich in academiejaar 2007-2008 buigen over de paradoxale werking van geheugen en vergeten voor de huidige wereld. Nooit eerder heeft een samenleving over meer technische dragers beschikt om kennis vast te houden, te archiveren, te structureren en dus ook kritisch door te lichten en te hiërarchiseren.
Door de pijlsnelle opkomst van het internet is kennis meer dan ooit democratisch toegankelijk geworden. Tegelijkertijd evolueren de dragers zo snel, dat vele recente opslagmedia inmiddels niet meer toegankelijk zijn (denken we aan de zogenaamde floppy's die inmiddels antiquarisch geworden zijn), zodat er onophoudelijk moet 'overgepompt' worden.
In vergelijking met de opslagproblemen van klassieke papieren bibliotheken zouden de hedendaagse technologische databanken wel eens hermetischer kunnen blijken te zijn voor generaties na ons.

Bovendien zal door e-mail, sms, elektronische agenda's e.d.m. zowel het natrekken van correspondenties en contacten als het onderzoek van het tot stand komen van cognitieve processen en zelfs besluitvorming moeilijk tot onmogelijk zijn. Terwijl controle op de korte baan alomvattend is (bewakingscamera's, datafiles, sms, etc.), zal bewaren van informatie die vroeger op papier werd opgeslagen (cf. de befaamde archieven van FBI, KGB, Stasi, etc.) op lange termijn onhoudbaar blijken. Dit zal de essentie van het historisch onderzoek ongetwijfeld drastisch wijzigen.

Ook blijkt het massale opslaan en toegankelijk maken van het collectieve geheugen slechts voor een minderheid kritische meerwaarde te bezitten; het toenemen van historisch besef en kritische inventarisatie gaat niet hand in hand met de toename aan inzicht. (Uit een recente peiling bleek dat een kleine helft van de Franse bevolking inmiddels weer denkt dat de zon om de aarde draait).

Een volgend punt betreft het individuele geheugen. Een reflectie over de neurofysiologische werking van de hersenen mag hier niet ontbreken. Liggen herinneringen vast als statistisch materiaal dat we kunnen oproepen, of is de herinnering een dynamisch, altijd weer aanmaken van verbindingen die nooit vastliggen, die onophoudelijk veranderen? De vroeger wetenschap zag geheugen als een databank; de huidige als een voorspelbare creatieve act.

Deze problematiek levert ons nagenoeg op alle domeinen van het geheugen dezelfde ambivalenties op, die wij graag tegen het licht willen houden. Wat ons interesseert is hoe een archivaris, een neurofysioloog, een medicus, een historicus, een psycholoog of een socioloog met deze dubbelheid van onze visies op het geheugen omgaan.

Begincompetenties
Het Studium is zo opgevat dat studenten vanuit alle richtingen makkelijk kunnen instappen. Vereiste is de modale culturele achtergrond die van een student hoger onderwijs redelijkerwijs mag verwacht worden.
De nadruk ligt op bijkomende actuele informatiegaring door de participanten. Omdat de thema's van het Studium Generale telkens breed, actueel en kritisch zijn, zal de participant worden uitgenodigd zelf zijn spinoffs te profileren via bibliotheken, andere manifestaties, internet, pers en media.

Eindcompetenties
  1. Kritische ingesteldheid
    Indicatoren:
    • kan aangeboden informatie van zeer diverse aard synthetiseren en toetsen aan de eigen standpunten
    • kan verbanden leggen en aantonen met andere relevante cultuuruitingen
    • kan zijn eigen standpunt argumenteren
    • gaat kritisch om met informatie
  2. Formuleervaardigheid
    Indicatoren:
    • kan een schriftelijk rapport schrijven
    • kan de aangeboden informatie verwerken
    • kan correct, vlot en stijlvol schrijven
  3. Zelfstandig werken
    Indicatoren:
    • kan tijdig taken afwerken
    • kan eigen werkzaamheden plannen
    • kan gepast de hulp van begeleiders inroepen en reageert gepast op geboden hulp
    • is zelfkritisch
  4. Ingesteldheid tot levenslang leren
    Indicatoren:
    • toont openheid tegenover geboden informatie
    • gaat actief op zoek naar andere bronnen
    • heeft een leergierige attitude


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Het Studium beschikt over een eigen internetsite (www.hogent.be/studiumgenerale)

Studiekosten
  • kosten verbonden aan de eventuele verplaatsingen
  • kosten voor de documentatie
  • kosten verbonden aan het schrijven van de paper


Studiebegeleiding
De ankerpersoon geeft de deelnemende studenten bijkomend advies tijdens de reeksen.

Onderwijsvormen
Telkens een reeks van vijf lezingen in het eerste en tweede semester (streefdatum resp. tussen begin november en eind december, en tussen midden februari en eind april), te houden door externe sprekers uit die specifieke velden, eventueel vergezeld van een co-referaat en gevolgd door een debat. De lezingen zullen een accumulatief karakter hebben.

Evaluatievorm
Diplomacontract - Creditcontract

Het Studium Generale organiseert één jaarlijkse examenzittijd in de maand mei, en een tweede zittijd in de maand september.

Eerste examenzittijd:
De student wordt gevraagd een paper te schrijven waarin hij/zij getuigt van aanwezigheid op minstens vijf lezingen (eventueel te combineren uit de twee aangeboden reeksen), van kritisch inzicht in de geboden materie, reflectie vanuit het eigen werkveld, consistent commentaar en creatieve documentatie.

Elementen die in de evaluatie een rol spelen zijn onder meer:
  • de concrete tekststructuur (grammaticaal en syntactisch);
  • de argumentatie die wordt uitgebouwd;
  • de manier waarop een dergelijke tekst in de geboden context van de lezingen functioneert;
  • de culturele context waarin de besproken tekst thuishoort, dus met decodering van het perspectief of de strategie die in de tekst aan bod komt.
Omvang van de paper: tussen 10 en 15 pagina's tekst in correct Nederlands.

Tweede examenzittijd:
Herwerken van de paper.

Bijkomende informatie i.v.m. de evaluatie:
De stuurgroep maakt jaarlijks bij de mededeling van de agenda ook de uiterste indieningsdata voor eerste en tweede zittijd bekend.
De beoordelingscommissie bestaat per student uit minstens 3 leden, waaronder minstens één lid van het departement van de betrokken student (elke paper wordt dus door drie OP-leden gelezen). De commissieleden lezen de verhandelingen en komen bijeen om hun beoordelingen op elkaar af te stemmen en vast te leggen in een definitieve score. De beoordeling wordt uitgedrukt in een geheel examencijfer op een totaal van 20 punten conform de Onderwijs- en examenregeling.


Examencontract
De student moet voor dit opleidingsonderdeel verplicht deelnemen aan de onderwijsactiviteiten, bijgevolg kan niet ingeschreven worden via examencontract
Omvang van het opleidingsonderdeel
75 uren, waarvan 5 x 3 voor de lezingen, gevolgd door 5 x 2 voor debat en discussie.
50 uur voor documentatie, verdieping en studie en het schrijven van de paper.

OP-leden
De ankerpersonen van de respectieve departementen, die tevens zetelen in de stuurgroep van het Studium Generale.
Bij de beoordeling van de papers: eventueel bijkomende lectoren die door de ankerpersoon in zijn eigen departement worden aangezocht.