STAGE GEMEENSCHAPPELIJK
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 44.0
Totale studietijd [D] 150.0
Studiepunten [E] 5
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract?
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Eva BRAEMSCHEUTE
Referentie LGOWIJ02A00014
 
Trefwoorden
Stage, agogisch handelen, didactisch handelen, pedagogisch handelen, communiceren

Doelstellingen
- algemene didactische principes en vaardigheden toepassen in moeilijkere en gevarieerdere lesopdrachten
- zelfstandig onderwijs- en leerprocessen voorbereiden, uitvoeren en evalueren
- een optimaal leerklimaat kunnen creëren en in stand houden voor de verschillende leergebieden
- leren werken met leerplannen; indien mogelijk leergebiedoverschrijdend werken
- anticiperen op verschillen tussen leerlingen door differentiatie
- een persoonlijke noot kunnen aanbrengen in didactische realisaties
- lesverloop realistisch leren timen
constructief kunnen omgaan met probleemsituaties
- kritisch reflecteren over de eigen klaspraktijk
- zich mondeling en schriftelijk correct kunnen uitdrukken

Leerinhoud
Participatiestage in het eerste leerjaar: één week.
Vier doestages in de drie graden van de lagere school, telkens voorafgegaan door bijwoonactiviteiten.


Begincompetenties
Geslaagd zijn voor stage in het eerste opleidingsjaar.
Zie opleidingsprogramma voor 1 LLO.

Eindcompetenties
Hieronder worden de vaardigheden opgesomd, waarop het accent ligt in het tweede jaar en die nieuw zijn.

Functioneel geheel 1: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

Vaardigheid 1.1: de beginsituatie van de leerlingen en van de klas kunnen achterhalen.(1.1.2,1.1.3)
Vaardigheid 1.2: doelstellingen kunnen kiezen en formuleren.(1.2.1,1.2.2,1.2.4, 1.2.5)
Vaardigheid 1.4: Leerinhouden kunnen structureren en vertalen in opdrachten.(1.4.1, 1.4.2, 1.4.3)
Vaardigheid 1.5 : Een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvorm kunnen kiezen.(1.5.3)
Vaardigheid 1.6 : Onderwijs - en leermiddelen kunnen kiezen en aanpassen.(1.6.2, 1.6.3)
Vaardigheid 1.7 : Een krachtige leeromgeving creëren.(1.7.3, 1.7.4, 1.7.5)
Vaardigheid 1.8 : Observatie en evaluatie kunnen voorbereiden.(1.8.2, 1.8.3)
Vaardigheid 1.9 : Kunnen observeren, proces en product kunnen evalueren met het oog op bijsturing en remediëring.(1.9.1, 1.9.2, 1.9.6, 1.9.7 )

Functioneel geheel 2: de leraar als opvoeder

Vaardigheid 2.1: In overleg een positief leefklimaat creëren voor de kinderen in de leerlingengroep en op school. (2.1.2, 2.1.6)
Vaardigheid 2.2: De emancipatie van de kinderen bevorderen.(2.2.1, 2.2.2, 2.2.3 )
Vaardigheid 2.3: Attitudes bij kinderen nastreven die bijdragen tot hun individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie.(2.3.3)
Vaardigheid 2.4: Inspelen op de actuele maatschappelijke ontwikkelingen.(2.4.1, 2.4.2, 2.4.3)
Vaardigheid 2.5: Adequaat omgaan met kinderen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met kinderen met gedragsproblemen.(2.5.1)
Vaardigheid 2.6: Het fysiek welzijn van de kinderen bevorderen.(2.6.2 )

Functioneel geheel 3: de leraar als inhoudelijk expert

Vaardigheid 3.1: Basiskennis i.v.m. de leergebieden beheersen en actualiseren.(3.1.1, 3.1.2 )
Vaardigheid 3.3: Het eigen vormingsaanbod situeren en afstemmen op het geheel van het onderwijsaanbod.(3.3.1, 3.3.2)

Functioneel geheel 4: de leraar als organisator

Vaardigheid 4.1 Een gestructureerd werkklimaat bevorderen.(4.1.1)
Vaardigheid 4.2: Een soepel en efficiënt les- en/of dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning a) vanuit het oogpunt van de leraar b) vanuit het oogpunt van de lerende (4.2.2, 4.2.5)
Vaardigheid 4.3: Op correcte wijze administratieve taken uitvoeren.(4.3.2 )
Vaardigheid 4.4: Een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de kinderen.(4.4.1)

Functioneel geheel 5: de leraar als innovator - de leraar als onderzoeker

Vaardigheid 5.1: Vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen.(5.1.1)
Vaardigheid 5.2: Kennisnemen van resultaten van onderzoek.(5.2.1)
Vaardigheid 5.3: Het eigen functioneren kunnen bevragen en bijsturen.(5.3.1)

Functioneel geheel 6: de leraar als partner van ouders en verzorgers

Vaardigheid 6.1: Zich op de hoogte stellen van een discreet omgaan met gegevens over het kind.(6.1.1)

Functioneel geheel 7: de leraar als lid van een schoolteam

Vaardigheid 7.1: Overleggen en samenwerken binnen het schoolteam.(7.1.2, 7.1.3, 7.1.4)
Vaardigheid 7.4: Zich documenteren over de eigen rechtszekerheid en die van de leerlingen.(7.4.1 )

Functioneel geheel 9: de leraar als lid van de onderwijsgemeenschap

Vaardigheid 9.1: Deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's.(9.1.1)
Vaardigheid 9.2: reflecteren over het beroep van de leraar en de plaats ervan in de samenleving.(9.2.1 )

Functioneel geheel 10: de leraar als cultuurparticipant

Vaardigheid 10.1: Volgt actuele thema's en ontwikkelingen op via het journaal, nieuwsduidende programma's, kranten, internet, software, tijdschriften, bezoeken aan musea, enz. (10.1.1, 10.1.2, 10.1.3, 10.1.4, 10.1.5)
Vaardigheid 10.2: Kan informatie over bovengenoemde thema's en ontwikkelingen kritisch benaderen.(10.2.1)
Vaardigheid 10.3: Kan informatie uit bovengenoemde domeinen selecteren en die verwerken in het pedagogisch en didactisch handelen.(10.3.1)
Vaardigheid 10.4: Stimuleert kinderen om actuele thema's en ontwikkelingen te volgen en kritisch te benaderen.(10.4.1)
Vaardigheid 10.5: Participeert aan het breed maatschappelijk cultuurgebeuren.(10.5.1)

Attitudes

A1. Beslissingsvermogen, A2. Relationele gerichtheid, A3. Kritische ingesteldheid, A4. Leergierigheid, A5. Organisatievermogen, A6. Zin voor samenwerking, A7. Verantwoordelijkheidszin, A8. Creatieve gerichtheid, A9. Flexibiliteit, A10. Gerichtheid op correct taalgebruik en communicatie.

Leermaterialen


Studiekosten
Verplaatsingen naar de hospiteerscholen, werkbladen en didactisch materieel aanmaken: ongeveer 80 euro.

Studiebegeleiding
- op aanvraag individuele begeleiding bij de voorbereiding van de didactische praktijk
- nabespreken van lessen: duiding van aandachtspunten en werkpunten, aanreiken van tips op individuele basis
- zelfreflectie op individuele basis
- elke stage wordt afgesloten met een evaluatiegesprek met de student, de mentor, de mentor-coach en de lector-coach

Onderwijsvormen
Participatiestage in het eerste leerjaar.
Vier doestages, telkens voorafgegaan door bijwoonactiviteiten.

Evaluatievorm
Permanente evaluatie op basis van het pedagogisch dossier. Er is geen tweede zittijd mogelijk.
Studenten met een examencontract dienen zich voor dit opleidingsonderdeel en voor het opleidingsonderdeel Stage specifiek in te schrijven via een creditcontract. Zelfde regeling voor de evaluatie als bij de reguliere studenten.

OP-leden
Eva BRAEMSCHEUTE, Karina VAN DEN BROECK, Antonie VAN DEN HEURCK