STAGE
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bedrijfsbeheer optie Financie- en verzekeringswezen
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 225.0
Totale studietijd [D] 625
Studiepunten [E] 25
Niveau  
Onderwijstaal Nederlands of volgens afspraak
Titularis Lutgarde LAUREYS
Referentie RGBBRF03A01086
 
Trefwoorden
Stage, S130 Burgerlijk recht, S137 Verzekeringsrecht, S181 Financiële wetenschappen, S186 Internationale handel, S185 Handels- en industriële economie

Doelstellingen
De stage moet de student de kans bieden kennis te maken met de beroepspraktijk. Kennis, vaardigheden en attitudes bijgebracht in de driejarige opleiding FV krijgen een praktische toetsing in het werkveld en worden er tevens verder ontwikkeld.
Vooral de algemeen en specifiek beroepsgerichte competenties zullen in de stage verder ontwikkeld worden:
  • Uitdiepen van de theoretische kennis
  • Vaardigheden op het vlak van interpersoonlijke relaties, teamworking, omgaan met informatie, omgaan met taken, persoonlijk functioneren, redeneervaardigheid, en administratieve vaardigheden
Attitudes zoals accuratesse, flexibiliteit, omgaan met stress, organisatievermogen, doorzettingsvermogen, kritische ingesteldheid, resultaatgerichtheid, het omgaan met gelden van anderen volgens strikte deontologische codes, kwaliteitsbewustzijn, empathie, contactbereidheid, leergierigheid, zelfstandigheid, zin voor samenwerking, assertiviteit,...

De student krijgt een inzicht in de verschillende beroepsmogelijkheden na deze driejarige opleiding en beschikt over de vereiste sollicitatievaardigheden.

Leerinhoud
  • De stage duurt 3 maanden. De stage kan plaatshebben in een financiële instelling (bank, beursvennootschap, …) of bij een verzekeringsmaatschappij, zowel in het hoofdkantoor als in kleinere zetels, in plaatselijke agentschappen of bij tussenpersonen.
  • De inhoud van de stage wordt voor de aanvang van de stage besproken door de stageleider van de hogeschool, de stagementor van het stagebedrijf en door de student/stagiair en voor het begin van de stage door het stagebedrijf bevestigd in een taakomschrijving.
  • De inhoud van het eindwerk wordt eveneens vooraf besproken door de stageleider, de stagementor en de stagiair en uiterlijk in de loop van de eerste weken van de stage overeengekomen tussen stageleider, stagementor en stagiair.
  • Dit eindwerk wordt door de student schriftelijk bezorgd na afloop van de stage en mondeling gepresenteerd en verdedigd voor een jury.
  • De student houdt een logboek bij dat een beknopte opsomming en beschrijving bevat van de stageactiviteiten gedurende de ganse stageperiode en rapporteert aan de stageleider, die de stageplaats tenminste twee maal bezoekt voor een bespreking van het verloop van de stage met de stagementor en met de stagiair en een evaluatie van diens leerproces.
  • Tevens maakt de student kennis met de verschillende beroepen waartoe hij werd opgeleid en komen sollicitatietrainingen aan bod.


Begincompetenties
De student beschikt over de competenties bijgebracht in de driejarige opleiding Financie- en Verzekeringswezen.

Eindcompetenties
Kennis
Algemeen:
  • Communicatie
Specifiek beroepsgericht:
  • Kennis van de financiële en verzekeringsproducten, hun mogelijkheden en beperkingen
  • Kennis van de handelsdocumenten
  • Kennis van juridische, boekhoudkundige en financiële documenten
  • Kennis van verkooptechnieken
  • Weten waar men zich kan bijscholen en wat men daaromtrent kan raadplegen
  • Kennis van de beroepsverenigingen en organisaties
Vaardigheden
Algemeen:
  • Denk- en redeneervaardigheid
  • Het vermogen tot kritische reflectie
  • Het vermogen tot projectmatig werken
  • Zelfstandig werken
  • Besluitvaardigheid
  • Actualiseren van kennis
  • Bronnen raadplegen
  • Het verwerven en verwerken van informatie
  • Communicatievaardigheid: het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
Algemeen beroepsgericht:
  • Teamgericht kunnen werken
  • Sociaal vaardig zijn in team, o.a. bij het uitvoeren van opdrachten
  • Het efficiënt gebruik van kennisinfrastructuur (o.a. ICT)
  • Documenten kunnen analyseren
  • Informatie analyseren en anomalieën opsporen
  • Omgaan met cijfermateriaal
  • Schriftelijk rapporteren
  • Zich correct uitdrukken
  • Correcte telefonische communicatie
  • Zelfstandig een rapport kunnen opstellen
  • Werkorganisatie - eigen werk kunnen organiseren
  • Efficiënt werken, gericht op rendement
  • Deontologisch omgaan met vertrouwelijke gegevens
  • Gepast reageren op onverwachte gebeurtenissen
  • Problemen onderkennen
  • Analytisch en probleemoplossend denken
  • Inzicht in complexe situaties
  • Informaticapakketten toepassen (de meest recente ivm het beroep)
Specifiek beroepsgericht:
  • Communicatief zijn naar klanten en medewerkers
  • Informeren en adviseren van klanten op het vlak van beleggingen, kredieten, verzekeringen en fiscaliteit
  • De producten vergelijken en adviseren in overeenstemming met de economische, juridische, fiscale en sociale situatie van de klant
  • De 'best possible choice' voor de klant voorstellen volgens een strikte morele, deontologische en wettelijke code
  • Relevante informatie verzamelen, verwerken, opslaan en gebruiken
  • De courante commerciële ('front office') en/of administratieve ('back office') opdrachten uitvoeren zoals vereist
  • Zich snel in beroeps- en/of bedrijfsspecifieke computersoftware kunnen inwerken
  • Discreet en volgens wettelijke bepalingen omgaan met vertrouwelijke gegevens
  • Termijnen respecteren en afspraken stipt nakomen
  • Bij contacten met klanten en derden een gepaste houding aannemen
  • De behoeften van cliënteel identificeren en analyseren
  • Via luisteren en vraagstelling tot een nauwkeurige omschrijving van het probleem komen en daarbij hoofd- en bijzaken onderscheiden
  • Een specifiek probleem kunnen herkennen, doordenken, formuleren en tot op het bot oplossen De nodige bronnen kunnen raadplegen voor de oplossing van een probleem
  • Voldoende snel tot conclusies kunnen komen
Attitudes
Algemeen:
  • Verantwoordelijkheidszin
  • Betrouwbaarheid
  • Loyauteit
  • Betrokkenheid
  • Integriteit
  • Zin voor samenwerking
  • Klantgerichtheid
  • Kritische ingesteldheid
  • Oog voor kwaliteit
  • Precisie en nauwkeurigheid
  • Een ingesteldheid tot levenslang leren
  • Leergierigheid
  • Zelfvertrouwen
Algemeen beroepsgericht:
  • Discretie
  • Imagobewustzijn
  • Dienstverlenende gerichtheid
  • Coördinatie met anderen
  • Openheid
  • Communicatiegerichtheid
  • Luisterbereidheid
  • Innovatiegerichtheid
  • Flexibiliteit
  • Orde en netheid
  • Resultaatgerichtheid
  • Planmatig werken
  • Leergierigheid, kennis permanent actualiseren
  • Assertiviteit
  • Doorzettingsvermogen
  • Concretiseringsvermogen
  • Stressbestendigheid
  • Zelfstandigheid - zelfredzaamheid
Specifiek beroespgericht:
  • Abstractievermogen
  • Zin voor synthese
  • Strikt en eenduidig taalgebruik
  • Zin voor initiatief
  • Kwaliteitsbewustzijn
  • Assertiviteit in contact met de werkgever
  • Inzicht in de organisatie van het kantoor of bedrijf
  • Commercieel zicht op de toekomst
  • Realiteitszin voor het haalbare
  • Bereidheid tot contact met klanten en medewerkers
  • Commercieel inzicht, empathie, overtuigingskracht en kwaliteitsbewustzijn in contact met de klant
  • Assertiviteit, empathie, loyaliteit, solidariteit, zin voor samenwerking in contact met collega's
  • Kunnen omgaan met conflicten
  • Solidariteit tussen bedrijf, klant en bemiddelaar
  • Omgaan met de gelden van anderen volgens strikt deontologische codes
  • Kunnen omgaan met informatie op economisch, juridisch en financieel gebied
  • Waarde toevoegen aan beschikbare informatie
  • Kunnen selectief zijn in die informatie
  • Kwaliteitsbewustzijn
  • Zin voor volledigheid
  • Zin voor structuur
  • Praktische gerichtheid
  • Oog voor details zonder zich erin te verliezen
  • Doelgerichte of relevante informatie distilleren
  • Nauwkeurigheid in de vraagstelling
  • Beslissingsvermogen aan de dag leggen
  • Goede taalbeheersing, accuraatheid en waarheidsgetrouwheid
  • Leerbekwaamheid
  • Bereidheid tot permanente bijscholing op beroepsvlak
  • Het kunnen weergeven van conclusies in correct taalgebruik
  • Abstractievermogen
  • Organisatievermogen
  • Zin voor relativiteit
  • Zin voor esthetiek in taal, houding en kleding
  • Beginselvastheid
  • Bereidheid tot autokritiek
  • Bestand zijn tegen werkdruk
  • Bereidheid om zich in een probleem te verdiepen
  • Bereidheid om zelf advies in te winnen
  • Kritische zin tegenover eigen conclusies
  • Evaluatie van het eigen kunnen waar de grenzen van de bevoegdheid of kennis overschreden worden


Leermaterialen
Alle relevante cursussen en handboeken gebruikt in de opleiding, boeken, tijdschriften- en krantenartikels, internet, interne documenten en opleidingen in het stagebedrijf, …

Studiekosten
Verplaatsingskosten naar het stagebedrijf, kosten van kopiëren en inbinden van het eindwerk.
Kosten verbonden aan het seminarie solliciteren.
Alle kosten verbonden aan de stage, met inbegrip van de kosten voor het medisch onderzoek, zijn ten laste van de student.

Studiebegeleiding
Persoonlijke begeleiding door de stagebegeleider en de stagementor.

Onderwijsvormen
De student zoekt een geschikte stageplaats.
Het is de bedoeling dat de stagiair zoveel mogelijk verschillende aspecten van het stagebedrijf leert kennen volgens de overeengekomen taakomschrijving.
Daarnaast verzamelt de stagiair alle nodige elementen voor het opstellen van het eindwerk.

Het stagebedrijf bepaalt de voertaal. Het eindwerk wordt (in principe) opgesteld in het Nederlands, tenzij anders overeengekomen.

Evaluatievorm
Eerste examenzittijd:
  • De quotering over het presteren en rapporteren tijdens de stageperiode gebeurt door de stagebegeleider op basis van onder andere zijn eigen vaststellingen en het advies van de stagementor (40%)
  • Het eindwerk wordt beoordeeld op inhoud en vorm door de stagebegeleider en een tweede lezer, lid van het onderwijzend personeel (30%). Technische kennis van de besproken producten, maar ook competenties als analytisch vermogen, accuratesse, kritische ingesteldheid, kwaliteitsbewustzijn, zelfstandigheid, leergierigheid en kennis van schriftelijke communicatie kunnen hierbij beoordeeld worden.
  • De mondelinge presentatie en verdediging wordt geëvalueerd door de jury (30 %). Enkele competenties die hierbij getest worden zijn zin voor synthese, omgaan met stress, empathie, assertiviteit, resultaatgerichtheid en gebruik van mondelinge communicatie.
Tweede examenperiode:
De quotering voor het presteren tijdens de stageperiode in het stagebedrijf wordt meegenomen naar de tweede zittijd.
Het eindwerk wordt, op aanwijzingen van de stagebegeleider, door de stagiair herwerkt en/of aangevuld en mondeling gepresenteerd en verdedigd voor een jury.

Studenten enkel ingeschreven voor het afleggen van de examens:
Eerste en tweede examenzittijd: idem reguliere student.
De student is verplicht om zich in te schrijven voor een creditcontract.

OP-leden