STAGE EN EINDWERK
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in het bedrijfsmanagement - afstudeerrichting: Rechtspraktijk
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 500.0
Totale studietijd [D] 500
Studiepunten [E] 20
Niveau uitdiepend
Onderwijstaal Nederlands of volgens afspraak
Titularis Nog niet bepaald
Referentie RCBMGR03A00011
 
Trefwoorden
Stage en eindwerk, IWETO-code: s110 Rechtswetenschappen

Doelstellingen
De stage moet de student helpen:
  • de kennis en vaardigheden die hij/zij op school heeft verworven, in een praktische werkomgeving toe te passen
  • nieuwe, bedrijfsmatige, juridische en technische vaardigheden te verwerven
  • vertrouwd te maken met de professionele eisen van een werkomgeving
  • contacten te leggen die belangrijk kunnen zijn bij het zoeken naar een betrekking
  • schriftelijk en mondeling rapporteren over de nieuw verworven juridisch en sociale vaardigheden.
De noodzakelijke taakgerichte en beroepsgerichte attitudes (accuratesse, flexibiliteit, omgaan met stress, organisatievermogen, doorzettingsvermogen, kritische ingesteldheid, resultaatgerichtheid, respecteren van de eis tot vertrouwelijkheid inzake gegevens, contactbereidheid, leergierigheid, zelfstandigheid, zin voor samenwerking, assertiviteit,...) zullen hierdoor ook verder ontwikkeld worden.

De student krijgt een inzicht in de verschillende beroepsmogelijkheden na deze driejarige opleiding en beschikt over de vereiste sollicitatievaardigheden.

Leerinhoud
De stage duurt 3 maanden, nl. van midden februari tot midden mei. De stage kan plaatshebben op de juridische dienst van een onderneming, op de personeelsdienst van een onderneming, bij een bank, o.a. op de juridische dienst of de dienst debiteurenbeheer, bij een verzekeringsmaatschappij, o.a. op de dienst rechtsbijstand of arbeidsongevallen, bij een vakbond, o.a. op een regionaal kantoor of de dienst arbeidsrecht, bij een sociaal secretariaat, bij een ziekenfonds, bij de juridische dienst van een OCMW, op een advocatenkantoor, op een notariskantoor,op een gerechtsdeurwaarderskantoor, op de griffie van een rechtbank of hof, op de griffie van een gevangenis, op de griffie van een parket, op de gemeente, o.a. de diensten bevolking, ruimtelijke ordening en stedenbouw en de milieudienst, enz…
De inhoud van de stage wordt bepaald door de taakomschrijving.
De student zal in het kantoor of het bedrijf werk verrichten op het vlak van bijvoorbeeld:
  • themagericht opzoeken in vakliteratuur van wetgeving, rechtspraak en rechtsleer
  • actualiseren van de documentatie
  • informatie verzamelen
  • synthese maken van juridische teksten
  • vakkundig opstellen van brieven, verslagen, contracten, verzoekschrift, dagvaarding, …
  • opvolgen van dossiers, van rechtspleging, agendabeheer van bijv. debiteurenbeheer, enz …
  • onthaal van klanten
  • beroepsgebonden telefoneren
  • mondeling rapporteren
  • ...
De student houdt een stagelogboek bij dat een beknopte beschrijving bevat van de stageactiviteiten gedurende de ganse stageperiode en een korte persoonlijke evaluatie. De student houdt steeds een kladversie van het stagelogboek bij zodat hij/zij steeds aan de stagebegeleider een indruk kan geven van de stagetaken. De student geeft 1 exemplaar van het stagelogboek na verloop van de stage af aan de stagebegeleider.
Daarnaast maakt de student een eindwerk waarvan het onderwerp wordt bepaald in samenspraak met de stagebegeleider en stagementor. Het eindwerk heeft als doel, de student ertoe te brengen een klare kijk te krijgen op een of andere praktijksituatie, om zo een brug te slaan tussen theorie en praktijk.
Op het einde van het jaar volgt nog een mondelinge verdediging

Tevens maakt de student kennis met de verschillende beroepen waartoe hij werd opgeleid en komen sollicitatietrainingen aan bod.

Begincompetenties
De student beschikt over kennis, vaardigheden en attitudes aangebracht in de andere opleidingsonderdelen uit de opleiding.

Eindcompetenties
  1. Kan de in de opleiding aangebrachte competenties integreren in een werkomgeving
    Indicatoren:
    • Beheerst vlot de meest courante softwarepakketten (bv. Word, Excel,…)
    • Heeft logisch en kritisch inzicht
    • Kan een probleem juridisch situeren
    • Kan vlot en zelfstandig de wetgeving, rechtspraak en rechtsleer opzoeken, interpreteren en toepassen
    • Kan documentatie actualiseren
    • Kan vlot en zelfstandig een dossier behandelen
    • Kan rechtstaal vulgariseren
    • Is bereid tot permanente vorming op beroepsvlak
  2. Kan binnen de beschikbare termijn informatie op een doeltreffende manier verzamelen, ontcijferen en verwerken, gegevens gestructureerd samenbrengen en op een originele manier voorstellen en bewerken, eventuele hiaten in deze informatie onderkennen.
    Indicatoren:
    • Leert snel nieuwe dingen bij
    • Begrijpt snel informatie die wordt gegeven
    • Ontcijfert gegevens en informatie op een zelfstandige manier
    • Heeft niet veel uitleg nodig om de opdracht van een taak te begrijpen
    • Neemt veel informatie op in een beperkte tijdspanne
    • Gaat creatief om met de informatie die hij krijgt
    • Kan een probleem duidelijk omschrijven en afbakenen
    • Geeft aan welke informatie vereist is om zicht te krijgen op het probleem.
    • Gebruikt effectieve methode om informatie te verzamelen.
    • Slaagt erin om uit documentatie de relevante informatie te halen en destilleert het essentiële hieruit
    • Kan gemaakte keuzes verantwoorden
    • Verifieert informatie en ontdekt mogelijke tekorten of fouten
    • Baseert zich op relevante actuele bronnen
    • Verwerkt de literatuur met een passende kritische ingesteldheid
    • Kan duidelijke en gefundeerde conclusies trekken die aansluiten op de probleemstelling
    • Kan resultaten bespreken in relatie tot de probleemstelling
    • Koppelt bij conclusies terug naar theorie
    • Levert een eigen kritische bijdrage
    • Gaat zorgvuldig met persoonlijke en/of gevoelige informatie om
  3. Kan structuur aanbrengen in een veelheid aan verschillende taken door een prioriteitenlijst op te stellen en deze op een consequente manier af te werken binnen de gegeven tijd.
    Indicatoren:
    • Plant eigen werk op een efficiënte wijze
    • Maakt vooraf een planning op van het werk dat moet gebeuren
    • Overdenkt vooraf hoe hij iets zal aanpakken
    • Werkt op een overzichtelijke manier taken af
    • Werkt alle taken op tijd af
    • Weet welke taken prioritair zijn en welke minder
  4. Kan onverwachte situaties opvangen en beheersen door, op basis van ervaring en kennis, mogelijke oplossingen af te wegen en door op eigen initiatief de taak op zich te nemen om de best passende oplossing te implementeren
    Indicatoren:
    • Neemt op eigen initiatief taken op zich
    • Trekt zijn plan als hij geconfronteerd wordt met een probleem
    • Overweegt diverse mogelijkheden als oplossing voor een probleem
    • Weet de best passende oplossing te kiezen
    • Reageert op een constructieve manier op onverwachte omstandigheden
    • Zoekt zelfstandig naar een oplossing
  5. Kan groepsgeest creëren en bevorderen door de eigen mening en ideeën te delen, door zich te identificeren met de gemeenschappelijke doelstellingen en door conflicten met collega's bij te leggen
    Indicatoren:
    • Weet zich te integreren in de groep
    • Stelt zich hulpvaardig op als anderen in problemen komen
    • Brengt de eigen ideeën in de groep
    • Identificeert zich met de groepsbelangen
    • Stelt zich sociaal en toegankelijk op naar andere mensen
    • Werkt constructief samen met anderen
  6. Kan (Interne of externe) klanten op een gerichte manier begeleiden en raad geven in hun keuzeproces. Hen steeds op de eerste plaats stellen door hen een gerichte service te leveren en door op een constructieve manier contacten te onderhouden.
    Indicatoren:
    • Stelt zich professioneel op ten aanzien van derden
    • Leeft zich in, in de problemen van klanten
    • Heeft een constructieve bijdrage voor het imago van de organisatie
    • Stelt klanten steeds op de eerste plaats
    • Geeft een optimale service aan de klanten
    • Biedt klanten een toegevoegde waarde door zijn inbreng
  7. Wil zich ten volle inzetten voor het werk door steeds het beste van zichzelf te geven en hoge kwaliteit na te streven. Blijft doorzetten, ook bij frustratie, tegenwerking, druk of detailarbeid
    Indicatoren:
    • Geeft het beste van zichzelf en wil optimaal presteren
    • Houdt vol, ook bij detailarbeid of routinetaken
    • Levert kwalitatief werk af, ook bij detailarbeid
    • Blijft doorzetten ook bij tegenslag of frustratie
    • Herstelt fouten op spontane wijze
    • Demonstreert het nodige zelfvertrouwen
  8. Kan vlot schriftelijk en mondeling communiceren
    Indicatoren:
    • Kan verbaal communiceren: gegevens, ideeën en meningen mondeling correct overbrengen, op een gestructureerde manier, al dan niet ondersteund door aangepaste non-verbale communicatie (intonatie, houding, expressie, ritme, snelheid, articulatie, oogcontact, …)
    • Kan een publiek overtuigen: inspelen op het publiek door de communicatiestijl aan te passen; doeltreffend inspelen op opmerkingen en vragen en de aandacht gaande houden.
    • Kan schriftelijk communiceren: gegevens, ideeën en meningen schriftelijk correct overbrengen met de juiste structuur en terminologie, en zonder taalfouten
    • Kan zelfstandig een diepgaand rapport opbouwen met een verantwoorde inpassing van een theoretisch én empirisch gedeelte


Leermaterialen
Dokeos
Stage- informatiebrochures: Algemene stagebrochure
Stagebrochure van optie RE;

Studiekosten
Verplaatsingskosten naar stagebedrijf.
Kosten verbonden aan het eindwerk.
Kosten seminarie solliciteren: geraamd op 160 euro.
Alle kosten verbonden aan de stage, met inbegrip van de kosten voor het medisch onderzoek, zijn ten laste van de student.

Studiebegeleiding
Persoonlijke begeleiding door een stagebegeleider (lector) en stagementor (bedrijf).

Onderwijsvormen
De student zoekt zelf een geschikte stageplaats waar hij zal kunnen werken en leren. Hierbij is het de bedoeling dat de student met zoveel mogelijk aspecten van het beroepsleven in contact komt. De stage verloopt volgens een vooraf besproken en goedgekeurde (door stageleider, stagementor en student) taakomschrijving. Tijdens de stage zal de stagebegeleider de student(e) op zijn/haar stageplaats bezoeken en zijn/haar leerproces evalueren in overleg met de stagementor.De student maakt van zijn/haar activiteiten een logboek op. Instructies daarover worden gegeven in de stagebrochure.Het eindwerk wordt (in principe) opgesteld in het Nederlands, tenzij anders overeengekomen.

Evaluatievorm
Eerste examenzittijd:
De evaluatie van het eindwerk en de stage gebeurt door de stagebegeleider op basis van onder andere zijn eigen bevindingen en het advies van de stagementor van het bedrijf. Bij de beoordeling van het eindwerk is natuurlijk de inhoud van primordiaal belang.
Daarnaast is een belangrijk item bij die beoordeling het antwoord op de vraag: welke vakliteratuur heeft de student geraadpleegd? Taal, stijl, presentatie en persoonlijk karakter van de besluitvorming zijn verder niet te onderschatten waardemeters.
Ten slotte speelt ook de mondelinge verdediging een belangrijke rol.
De quotering voor het opleidingsonderdeel stage bestaat uit drie delen:
  1. De evaluatie van het presteren tijdens de stageperiode.
  2. Deze evaluatie gebeurt door de stagebegeleider, op basis van onder andere zijn eigen bevindingen en het advies van de stagementor
  3. de quotering voor het eindwerk
  4. de presentatie / verdediging van het eindwerk.
De verdeling van de punten is:
  • evaluatie stage: 40%
  • eindwerk: 30%
  • presentatie/ verdediging eindwerk: 30%
Tweede examenzittijd:
De quotering voor het presteren in de stageperiode wordt meegenomen naar de tweede zittijd.
Het eindwerk wordt herwerkt en opnieuw mondeling verdedigd.

Studenten enkel ingeschreven voor het afleggen van de examens:
Eerste en tweede examenzijttijd: idem reguliere student

De student is verplicht om zich in te schrijven voor een creditcontract.

OP-leden