GERECHTELIJK PRIVAATRECHT (INCLUSIEF DEONTOLOGIE EN PRACTICUM)
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in het bedrijfsmanagement - afstudeerrichting: Rechtspraktijk
Hoorcollege [A] 12.5
Werkcollege [B] 12.5
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 100
Studiepunten [E] 4
Niveau inleidend
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Nog niet bepaald
Referentie RCBMGR03A00006
 
Trefwoorden
Gerechterlijk privaatrecht (incl. deontologie), Iweto-code s 142

Doelstellingen
  • Kennis en vaardigheden verworven in het vorig studiejaar moeten aangevuld worden met inzicht in de normen die de uitvoering van rechterlijke uitspraken beheersen (beslagrecht).
  • De studenten moeten actief vertrouwd worden met tal van akten en procedurestukken, en de samenstelling en de opvolging van een dossier.
De studenten zullen kennis maken met de professionele gedragsnormen van de actoren van justitie, teneinde ook zelf de vaardigheden en attitudes te ontwikkelen die gebruikelijk of verplicht zijn.

Leerinhoud
Beslagrecht
  • Het verloop van het uitvoerend en het bewarend beslag op roerende en onroerende goederen
  • De rol van de beslagrechter bij het uitvoerend en het bewarend beslag : verloop van de procedure, de bevoegdheden van de beslagrechter, de verschillende soorten procedures waarin hij bevoegd is.
  • Goederen vatbaar voor beslag met speciaal aandacht aan de toepassing van het beslag op inkomsten en voor de niet voor beslagvatbare goederen
  • Uitvoerend en bewarend beslag op roerende goederen : de rol en de opdracht van de deurwaarder
  • Uitvoerend beslag op onroerend goed : de rol en de opdracht van de notaris.
Deontologie
  • Plichten verbonden aan de uitoefening van het beroep van advocaat, gerechtsdeurwaarder, notaris


Begincompetenties
Gerechtelijk privaatrecht van het studieprogramma van het studiejaar 2 RE.

Eindcompetenties
Heeft kennis van de wetgeving en de rechtspraak in verband met het:

Beslagrecht
  • Het verloop van het uitvoerend en het bewarend beslag op roerende en onroerende goederen
  • De rol van de beslagrechter bij het uitvoerend en het bewarend beslag : verloop van de procedure, de bevoegdheden van de beslagrechter, de verschillende soorten procedures waarin hij bevoegd is.
  • Goederen vatbaar voor beslag met speciaal aandacht aan de toepassing van het beslag op inkomsten en voor de niet voor beslagvatbare goederen
  • Uitvoerend en bewarend beslag op roerende goederen : de rol en de opdracht van de deurwaarder
  • Uitvoerend beslag op onroerend goed : de rol en de opdracht van de notaris.
Deontologie
  1. Plichten verbonden aan de uitoefening van het beroep van advocaat, gerechtsdeurwaarder, notaris:
    Indicatoren:
    • kent de terminologie inzake beslag (uitvoerend en roerend) en kan deze op een correcte manier gebruiken
    • kent het onderscheid tussen het bewarend en het uitvoerend beslag
    • kent het verloop van de procedure bewarend beslagkent het verloop van de procedure uitvoerend beslag
    • kent de rol van de beslagrechter bij de beslagprocedures
    • kent de rol van de deurwaarder bij de beslagprocedures
    • kent de rol van de notaris bij de beslagprocedures
    • kent de goederen die voor beslag of niet voor beslag vatbaar zijn
    • kent de wijze waarop loonbeslag wordt berekend
    • kent de belangrijkste deontologische regels in verband met de juridische beroepen
  2. Kan de kennis in verband met het beslagrecht en de deontologie in de praktijk toepassen en slaagt erin –vertrekkend van de diverse gevallen die zich in de praktijk stellen – eenvoudige problemen van beslag op te lossen
    Indicatoren:
    • kan op een gestructureerde en systematische manier een probleem van beslag oplossen
    • kan de verschillende documenten nodig in een beslagprocedure maken
    • kan berekenen welk gedeelte van het inkomen in de diverse gevallen vatbaar is voor beslag
    • kan het onderscheid maken tussen goederen vatbaar of niet vatbaar voor beslag
    • kan bezwaar aantekenen tegen ten onrechte gelegd beslag
    • kan een revindicatieprocedure voeren
  3. Vaardigheden:
    De student kan op een gestructureerde en systematische manier de gegeven informatie verwerken en in de praktijk toepassen
    Indicatoren:
    • slaagt erin uit de documentatie de relevante informatie te halen en distilleert het essentiële hieruit.
    • kan een wetboek gebruiken en wetteksten lezen, analyseren en kaderen in het grotere geheel van het recht
    • verwerkt de informatie volgens de gegeven richtlijnen en binnen het opgegeven tijdbestek
    • kan de juridische informatie opsporen, inventariseren en in de praktijk toepassen
    • kan de praktijkgevallen oplossen aan de hand van het wetboek en bij het uitwerken van de oplossing een geldige juridische redenering opbouwen.
    • kan informatica, in casu een modellenverzameling gebruiken
    • kan alle stukken nodig in een beslagprocedure en in procedure, waartoe de beslagprocedure aanleiding geeft, opstellen
    • kan uit het verloop van een rechtszitting de juridisch relevante gegevens halen en terugkoppelen naar de terzake relevante wetgeving
    • kan op een logische manier redeneren
    • kan toezicht houden op de juiste interpretatie en de toepassing van reglementen, procedures en richtlijnen.


Leermaterialen
  • Handboek;
  • Wetboek;
  • Syllabus en modellen van akten


Studiekosten
  • Wetboek
  • Handboek (mogelijk reeds aangekocht in 2 RE) - marktprijs
  • Syllabus en kopieën: gangbare kopieprijs bepaald door de hogeschool


Studiebegeleiding
Opvolging van de uitgevoerde taken.
Gelegenheid tot het stellen van vragen tijdens en na de les

Onderwijsvormen
  • Hoorcollege met klassikale oefeningen actief gebruik van het wetboek en de modellen van gerechtelijke akten;leergesprek; groepswerk ; gebruik van informatica : modellen voor de rechtspractijk
  • Groepswerk : Opstellen van eenvoudige akten; casussen ; analyse van het verloop van een zitting bij de beslagrechter
  • Analyse van rechtspraak;Contacten met het beroepenveld: bezoek aan een griffie, een zitting van een rechtbank, een openbare verkoop door een gerechtsdeurwaarder, een openbare verkoop door een notaris


Evaluatievorm
  • Eerste examenzittijd: 10 % permanente evaluatie (groepswerk) ; 90 % permanente evaluatie
  • Tweede examenzittijd : 100 % schriftelijk examen
  • Studenten enkel ingeschreven voor het afleggen van de examens:
    eerste examenzittijd: 90 % schriftelijk examen en 10% permanente evaluatie
    tweede examenzittijd: 100% schriftelijk examen


OP-leden