BURGERLIJK RECHT INCLUSIEF PRACTICUM
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in het bedrijfsmanagement - afstudeerrichting: Rechtspraktijk
Hoorcollege [A] 12.5
Werkcollege [B] 12.5
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 100
Studiepunten [E] 4
Niveau uitdiepend
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Nog niet bepaald
Referentie RCBMGR03A00005
 
Trefwoorden
Burgerlijk recht, Iweto-code s130

Doelstellingen
  • Deze cursus vormt een geheel met de opleidingsonderdelen burgerlijk recht, die in het programma van het eerste en het tweede jaar Rechtspraktijk werd opgenomen.
  • Het doel van de opleiding is de student - wat betreft burgerlijk recht - de nodige juridische en praktijkgerichte achtergrondkennis te verschaffen, die hij nodig zal hebben in het latere, juridisch georiënteerde beroepsleven.
  • De student zal tijdens de cursus de vaardigheid verwerven in het opstellen, interpreteren en het oplossen van problemen in verband met zakenrecht, het contractenrecht en het verbintenissenrecht.
Er zal verder gewerkt worden aan het juridisch leren denken en redeneren.

Leerinhoud
In de cursus komt aan bod:
de bijzondere contracten: hieronder komen koopcontract - huurcontract (algemeen huurrecht, woninghuur en handelshuur) - leasing- bewaargeving- aanneming en dading.

Begincompetenties
Er wordt vanuit gegaan dat de student reeds een grondige kennis bezit in verband met recht, meer specifiek in verband met burgerlijk recht wat betreft de onderwerpen die in deel 1 en deel 2 van het opleidingsonderdeel burgerlijk recht behandeld werden.
Daarnaast dient hij reeds de praktische vaardigheid en attitude te hebben verworven in verband met het opzoeken van juridische teksten, het juridisch formuleren van een probleem en het toepassen van de aangeleerde en zelf verworven kennis op het juridisch geformuleerde probleem.

Eindcompetenties
  1. Heeft kennis van de wetgeving en de rechtspraak in verband met koopcontract - huurcontract (algemeen huurrecht, woninghuur en handelshuur) - leasing- bewaargeving- aanneming en dading
    Indicatoren:
    • kent de terminologie inzake koopcontract - huurcontract (algemeen huurrecht, woninghuur en handelshuur) - leasing- bewaargeving- aanneming en dading en kan deze op een correcte manier gebruiken
    • kent het onderscheid tussen het algemeen en het specifiek huurrecht en kan de hiërarchie hierbinnen bepalen
    • kent bij het algemeen en het specifiek huurrecht het onderscheid tussen de bepalingen van aanvullend en dwingend recht.
    • kent het onderscheid tussen het algemeen en het specifiek kooprecht en kan de hiërarchie hierbinnen bepalen
    • kent op een systematische en grondige manier de verplichtingen van huurder en verhuurder, de duur van de verhuring, de wijze van tot stand komen, de wijze van beëindigen, het bewijs, enz. in verband met het algemeen huurrecht en de woninghuur en handelshuurwet
    • kent op een systematische en grondige manier de verplichtingen van koper en verkoper, de wijze van tot stand komen, de wijze van beëindigen, het bewijs, enz. in verband met het algemeen kooprecht en de wet consumentenkoop, de wet handelspractijken, de wet consumentenkrediet
    • kent de essentiële gegevens in verband met leasing- bewaargeving- aanneming en dading
  2. Kan de kennis in verband met koopcontract - huurcontract (algemeen huurrecht, woninghuur en handelshuur) - leasing- bewaargeving- aanneming en dading: toepassen en slaagt erin –vertrekkend van de diverse gevallen die zich in de praktijk stellen – eenvoudige problemen van koop en huur op te lossen:
    Indicatoren:
    • kan op een gestructureerde en systematische manier een probleem van koop oplossen
    • kan op een gestructureerde en systematische manier een probleem van woninghuur en handelshuur oplossen
    • kan in de praktijk leasing- bewaargeving- aanneming en dading toepassen
  3. Vaardigheden:
    De student kan op een gestructureerde en systematische manier de gegeven informatie verwerken en in de praktijk toepassen
    Indicatoren:
    • slaagt erin uit de documentatie de relevante informatie te halen en distilleert het essentiële hieruit.
    • verwerkt de informatie volgens de gegeven richtlijnen en binnen het opgegeven tijdbestek
    • kan de juridische informatie opsporen, inventariseren en in de praktijk toepassen
    • kan op een logische en juridische correcte wijze de overgang maken van de theoretische kennis naar de praktijk
    • kan de praktijkgevallen oplossen aan de hand van het wetboek en bij het uitwerken van de oplossing een geldige juridische redenering opbouwen.
    • kan een huurcontract en een koopcontract maken waarbij hij uitgaat van de belangen en de eisen van zijn opdrachtgever.
    • kan verkoopsvoorwaarden opstellen.
    • is in staat alle documenten te maken nodig voor de uitvoering en de beëindigen van de koop en de huur


Leermaterialen
  • Syllabus
  • Handboek
  • wetboek


Studiekosten
Syllabus tegen de prijs bepaald door de hogeschool.
Handboek /wetboek: tegen marktprijs.

Studiebegeleiding
Klassikaal en individueel gelegenheid tot het stellen van vragen.
De opdrachten, die groepsgewijze of individueel worden voorbereid en opgelost, worden ook opgelost in de klas.

Onderwijsvormen
Hoorcolleges, leergesprekken, analyse van juridische teksten, praktische oefeningen.
Het uitwerken individueel of in groep van een opgegeven praktisch probleem.

Evaluatievorm
  • Eerste examenzittijd: schriftelijk examen 90 % (bij het praktische gedeelte mag de codex gebruikt worden) en permanente evaluatie 10%
  • Tweede examenzittijd: schriftelijk examen 100 %
  • Studenten enkel ingeschreven voor het afleggen van de examens:
    eerste examenzittijd: schriftelijk examen 90 % (bij het praktische gedeelte mag de codex gebruikt worden) en individuele opdracht 10%
    tweede examenzittijd: schriftelijk examen 100%


OP-leden