STAGE EN EINDWERK
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in het bedrijfsmanagement - afstudeerrichting: Marketing
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 500.0
Totale studietijd [D] 500
Studiepunten [E] 20
Niveau uitdiepend
Onderwijstaal Nederlands of volgens afspraak
Titularis Nog niet bepaald
Referentie RCBMGM03A00006
 
Trefwoorden
Stage, IWETO-code: s191 - marktstudie

Doelstellingen
De stage vormt het sluitstuk van de opleiding.

Uit de stage moet dan ook blijken of de student in voldoende mate in staat is de kennis en vaardigheden verworven tijdens de volledige studieduur om te zetten in de praktijk.

Specifiek voor de werkstages is dat de student daarenboven moet functioneren in een reële werksituatie waarbij hij/zij aan dezelfde eisen moet voldoen als de werknemers.

Specifiek voor de projectstages is dat het studententeam (twee studenten) fungeert als junior marketingadviseur. Dit betekent concreet dat zij voor een bedrijf een marketingprobleem aanpakken (concurrentieanalyse, distributie-audit, klantensatisfactie-onderzoek, imago-onderzoek, verkooporganisatie-audit, CRM-projecten, merkbekendheidsonderzoek, communicatie-onderzoek, …). Na een grondige briefing, stellen de studenten een werkplan op, bepalen de juiste methodologie en voeren het secundair en primair onderzoek uit. Zij geven concrete antwoorden op de vragen van de onderneming, trachten de marketingachtergrond van het probleem te doorgronden en komen zelfs tot suggesties en marketingadviezen. Om in aanmerking te komen voor een projectstage, moeten de studenten voldoen aan een aantal minimacriteria! Er wordt ook een sessie rond kwalitatief marktonderzoek aangeboden waar deze studenten verplicht aan moeten deelnemen.

De stage moet ook laten blijken of de student in voldoende mate de volgende competenties bezit: sociale vaardigheiden (zelfstandig werken, in teamverband werken),communicatieve vaarigheden (mondeling en schriftelijk), zin voor verantwoordelijkheid, kritische ingesteldheid, zin voor nauwkeurigheid, creatief en oplossingsgericht kunnen werken.

De aangeboden keuzemogelijkheden moeten de student toelaten een stage te kiezen in de lijn van zijn persoonlijke voorkeur en latere beroepskeuze.

Leerinhoud
De student heeft de keuze tussen een werkstage in een bedrijf/organisatie of een projectstage in opdracht van een bedrijf/organisatie. Om in aanmerking te komen voor een projectstage moet de student voldoen aan een aantal minimacriteria.

Tijdens de werkstage kunnen de taken divers zijn: strategisch werk, communicatietaken, verkoop- en accountmanagementtaken,… De werkstage leidt tot een eindwerk waarin een marketingonderwerp dat relevant is voor het stagebedrijf/-sector theoretisch wordt onderbouwd.

Bij de projectstage werken de studenten in team (2 studenten) een onderzoek (marketingproject) uit in opdracht van een onderneming (zie doelstellingen). Hierbij worden zij gecoacht door de begeleiders van de hogeschool; deze promotoren sturen, controleren, corrigeren en stimuleren de studenten. Ook de onderneming stelt een mentor aan; deze mentor brieft het studententeam, overlegt met hen over haalbaarheid, uitvoering, middelen en timing en stelt de nodige informatie ter beschikking van de studenten.

Op het einde van de projectstage schrijven de studenten de volledige rapportering neer in een afstudeerwerk. Zowel de promotoren van de school als de mentoren van de onderneming wonen de verdediging van het afstudeerwerk bij en nemen deel aan de beoordeling van de studenten.

Begincompetenties
De student beschikt over de kennis, vaardigheden en attitudes aangebracht in de overige opleidingsonderdelen uit de opleiding.

Eindcompetenties
Vaardigheden
  • Denk- en redeneervaardigheid
  • Het vermogen tot kritische reflectie
  • Zelfstandig werken
  • Bronnen raadplegen
  • Het verwerven en verwerken van informatie
  • Kunnen argumenteren
  • Coördineren en een team sturen
  • Opvolgen van diverse marketingopdrachten
  • Weten waar men zicht kan bijscholen
  • Kennis van de actualiteit mbt. het beroep
  • Toepassen van de deontologische regels verbonden aan het beroep
  • Een doelmatige administratie inrichten en voeren, een doelmatig classificatiesysteem onderhouden.
  • Agendabeheer en time management kunnen toepassen
  • Toepassen van rapporteringstechnieken
Attitudes
  • Verantwoordelijkheidszin
  • Betrouwbaarheid
  • Loyaliteit
  • Betrokkenheid
  • Integriteit
  • Zin voor samenwerking
  • Kritische ingesteldheid
  • Oog voor kwaliteit
  • Precisie en nauwkeurigheid
  • Een ingesteldheid tot levenslang leren
  • Leergierigheid
  • Zelfvertrouwen
  • Discretie
  • Imagobewustzijn
  • Dienstverlenende gerichtheid
  • Luisterbereidheid
  • Innovatiegerichtheid
  • Flexibiliteit
  • Orde en netheid
  • Assertiviteit
  • Doorzettingsvermogen
  • Concretiseringsvermogen
  • Stressbestendigheid
  • Zelfstandigheid - zelfredzaamheid
  • Kwaliteitsbewustzijn, loyaliteit, assertiviteit in contact met de werkgever
  • Inzicht in de organisatie en het belang van de eigen functie daarbinnen
  • Waakzaamheid tov de vertrouwelijkheid
  • Bereidheid om verantwoordelijkheid op te nemen
  • Bereidheid tot contact met klanten, collega's, medewerkers en externen
  • Commercieel inzicht, empathie, overtuigingskracht en kwaliteitsbewustzijn in contact met klant
  • Assertiviteit, empathie, loyauteit, solidariteit, zin voor samenwerking in contact met de collega's
  • Dienstverlenende ingesteldheid naar klanten en medewerkers
  • Openheid
  • Kunnen omgaan met conflicten
  • Kwaliteitsbewustzijn
  • Zin voor volledigheid
  • Praktische gerichtheid
  • Oog voor details zonder zich daarin te verliezen
  • Bereidheid om oplossing stap voor stap te verfijnen
  • Zin voor initiatief
  • Bijhouden vakliteratuur
  • Bereidheid tot permanente vorming op beroepsvlak
  • Zin voor relativiteit
  • Bestand tegen werkdruk
  • Bereidheid om zelf advies in te winnen
  • Evaluatie van het eigen kunnen waar de grenzen van de bevoegdheid of kennis overschreden worden


Leermaterialen
Stage- en informatiebrochures

Studiekosten
Verplaatsingskosten naar het stagebedrijf
Kosten verbonden aan het eindwerk
Kosten verbonden aan de sollicitatietraining
Alle kosten verbonden aan de stage, met inbegrip van de kosten voor het medisch onderzoek, zijn ten laste van de studenten.

Studiebegeleiding
Persoonlijke begeleiding door een stagebegeleider (lector) en een stagementor (bedrijf).

Werkstage:
De mentor binnen de organisatie staat in voor de begeleiding van de dagdagelijkse taken. De begeleidende lector komt tussen bij problemen, voert minstens één evaluatiegesprek met de mentor en begeleidt het eindwerk dat aan de werkstage gekoppeld is.

Projectstage:
We vatten een projectstage Marketing op als een contract voor marketingadvies, een overeenkomst tussen drie partijen: de student, de onderneming en de hogeschool. De onderneming betaalt een instaprecht aan de Hogeschool. De mentor binnen de organisatie brieft de studenten en probeert het ondernemingsprobleem duidelijk en overzichtelijk te formuleren. Er wordt overlegd over haalbaarheid, uitvoering, middelen en timing. Op regelmatige tijdstippen is er overleg tussen de studenten en de mentor. De begeleider van de school (promotor) is verantwoordelijk voor het goede verloop van het project. De promotor brengt zijn/haar ervaring en kennis in op regelmatige tijdstippen en helpt de studenten over problemen en dieptepunten heen. Hij/zij stuurt, controleert, corrigeert en stimuleert. En op het eind zullen de promotor en de mentor het afstudeerwerk van de studenten beoordelen op een verdediging (presentatie).

Onderwijsvormen
Zelfstandige inbreng van de studenten.
Het stagebedrijf bepaalt de voertaal.
Het eindwerk wordt in principe opgesteld in het Nederlands, tenzij anders overeengekomen.

Evaluatievorm
Eerste examenzittijd:
De beoordeling omvat 3 aspecten:
  • De quotering voor het presteren tijdens de stageperiode gebeurt door de stagebegeleider op basis van onder andere zijn eigen vaststellingen en het advies van de stagementor van het bedrijf.
  • Het eindwerk wordt beoordeeld op inhoud en vorm.
  • Ook de mondelinge presentatie/ verdediging wordt geëvalueerd.
De punten worden voor een volgstage als volgt verdeeld:
  • evaluatie stage: 50%
  • eindwerk: 30%
  • presentatie/ verdediging eindwerk: 20%
De punten worden voor een projectstage als volgt verdeeld:
  • evaluatie project: 40%
  • onderzoeksrapport: 30%
  • presentatie: 10%
  • verdediging: 20%
Tweede examenzittijd:
De quotering voor het presteren in de stageperiode (evaluatie stage of evaluatie project) wordt meegenomen naar de tweede zittijd.
Het eindwerk of het onderzoeksrapport wordt herwerkt en mondeling verdedigd.

Studenten enkel ingeschreven voor het afleggen van de examens:
  • Eerste en tweede examenzittijd: idem reguliere student


OP-leden