STAGE EN EINDWERK
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in het bedrijfsmanagement - afstudeerrichting: Milieumanagement
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 500.0
Totale studietijd [D] 500
Studiepunten [E] 20
Niveau uitdiepend
Onderwijstaal Nederlands of volgens afspraak
Titularis Nog niet bepaald
Referentie RCBMGI03A00008
 
Trefwoorden
Stage en eindwerk

Doelstellingen
luik projectstage:
  • Zin voor initiatief en creativiteit ontwikkelen bij het zoeken van een project bij overheid of bedrijfsleven.
  • Zich assertief (doch beleefd) opstellen tegenover de projectgever of tegenover instanties waar informatie moet worden vergaard.
  • Een stappenplan leren opmaken en verdedigen bij de projectbegeleider.
  • De voortschrijding van het project leren rapporteren en terugkoppelen naar het stappenplan, en leren bijsturen waar nodig.
  • De resultaten van onderzoek en informatiegaring kunnen beoordelen en op waarde schatten.
  • Vakoverschrijdend en zelfstandig leren werken aan het project.
  • Leren samenwerken in groep.
  • De in de opleiding verworven kennis in een praktijksituatie leren toepassen en zelfstandig opzoekingen leren verrichten.
  • Probleemoplossend leren denken.
  • Leren doorzetten wanneer zich problemen voordoen die de uitwerking van het project bemoeilijken.
  • Nauwgezet leren werken.
  • Het project op een behoorlijke wijze schriftelijk leren uitwerken.
  • Het project op een vlotte en correcte wijze leren presenteren.
luik werkstage:
  • De in de opleiding verworven kennis en vaardigheden op de werkvloer leren toepassen.
  • Nieuwe vaardigheden verwerven nodig voor het kunnen functioneren in een werkomgeving.
  • Vertrouwd leren worden met de professionele eisen van de omgeving en daar accuraat op inspelen.
  • Zich assertief (doch beleefd) opstellen tegenover de stagementor en het eventuele aanwezige personeel.
  • Op een behoorlijke manier een verslag van de gedane activiteiten leren opstellen.
Seminarie: leren solliciteren

Leerinhoud
Luik projectstage

De studenten worden onderverdeeld in groepjes van 3.
De studenten gaan zelf op zoek naar een project.
Het project is vakoverschrijdend, d.w.z. dat er elementen van verschillende leerinhouden dienen aan bod te komen, bv. :
  • het meewerken aan een milieuzorgsysteem
  • de ontwikkeling van een beleidsvisie rond zonevreemde gebouwen in een bepaalde gemeente
  • het updaten van een complexe milieuvergunning
  • de ontwikkeling van een beleidsvisie rond duurzaam toerisme voor de hotelsector.
De studenten werken zelfstandig aan het project; er wordt uitgelegd wat precies van hen wordt verwacht.
Ze stellen eerst een stappenplan op en houden een rapport bij van hun activiteiten.
Op gezette tijdstippen informeren zij de projectbegeleider (vaklector) over de uitwerking van het project en kunnen zij bij die gelegenheid vragen stellen.
De schriftelijke neerslag van het project wordt afgegeven aan de projectgever en aan de projectbegeleider.
Het wordt door de student vervolgens gepresenteerd.
De studenten kunnen werken aan hun project gedurende één dag in de week in de periode van de werkstage.

Luik werkstage

De stage wordt gespreid over een periode van 12 weken gedurende 4 dagen in de week.
De stage heeft plaats in een milieuadviesbureau, in de milieuafdeling van een bedrijf, in de milieuafdeling van een overheidsinstelling, enz.
De student neemt hier deel aan de activiteiten die gelinkt zijn aan zijn opleiding.
Hij maakt van zijn stageperiode een logboek, waarin hij een beknopte samenvatting geeft van zijn activiteiten, en een evaluatie.

In het seminarie “solliciteren” wordt de student getraind in het solliciteren.

Begincompetenties
De student beschikt over de kennis, vaardigheden en attitudes aangebracht in de andere opleidingsonderdelen van de opleiding.

Eindcompetenties
  1. Kan de in de opleiding aangebrachte competenties integreren in een werkomgeving
    Indicatoren:
    • Heeft voldoende basiskennis van chemie en fysica om de taken naar behoren te kunnen uitvoeren
    • Is voldoende onderlegd op vlak van milieutechnologie om de taken naar behoren uit te voeren
    • Heeft voldoende kennis van milieuwetgeving en kan er efficiënt in opzoeken
    • Kan milieudocumenten, -aangiften en -aanvragen op een behoorlijke wijze invullen en bijhouden
    • Beheerst vlot de meest courante softwarepakketten (bv. Word, Excel,…)
    • Leeft consistent deontologische normen van het beroep (of de opdracht) na
  2. Kan projectmatig werken
    Indicatoren:
    • Kan zelf op zoek gaan naar een waardevol project
    • Kan een realistisch stappenplan opstellen voor de uitvoering van dit project
    • Kan rapporteren over de vordering van het project
    • Neemt de gepaste initiatieven om het project tot een goed einde te brengen
    • Geeft hierbij blijk van doorzettingsvermogen
    • Kan inhoudelijk correct werken
    • Houdt rekening met opmerkingen en verwerkt deze correct
  3. Kan in team werken
    Indicatoren:
    • komt afspraken na
    • neemt binnen de groep initiatieven en organiseert
    • is assertief
    • heeft een positieve inbreng in de groep
    • voorkomt conflicten of tracht deze op te lossen
  4. Kan binnen de beschikbare termijn informatie op een doeltreffende manier verzamelen, ontcijferen en verwerken, gegevens gestructureerd samenbrengen en op een originele manier voorstellen en bewerken, eventuele hiaten in deze informatie onderkennen.
    Indicatoren:
    • Leert snel nieuwe dingen bij
    • Begrijpt snel informatie die wordt gegeven
    • Ontcijfert gegevens en informatie op een zelfstandige manier
    • Heeft niet veel uitleg nodig om de opdracht van een taak te begrijpen
    • Neemt veel informatie op in een beperkte tijdspanne
    • Gaat creatief om met de informatie die hij krijgt
  5. Kan structuur aanbrengen in een veelheid aan verschillende taken door een prioriteitenlijst op te stellen en deze op een consequente manier af te werken binnen de gegeven tijd. Indicatoren:
    • Plant eigen werk op een efficiënte wijze
    • Maakt vooraf een planning op van het werk dat moet gebeuren
    • Overdenkt vooraf hoe hij iets zal aanpakken
    • Werkt op een overzichtelijke manier taken af
    • Werkt alle taken op tijd af
    • Weet welke taken prioritair zijn en welke minder
  6. Kan onverwachte situaties opvangen en beheersen door, op basis van ervaring en kennis, mogelijke oplossingen af te wegen en door op eigen initiatief de taak op zich te nemen om de best passende oplossing te implementeren
    Indicatoren:
    • Neemt op eigen initiatief taken op zich
    • Trekt zijn plan als hij geconfronteerd wordt met een probleem
    • Overweegt diverse mogelijkheden als oplossing voor een probleem
    • Weet de best passende oplossing te kiezen
    • Reageert op een constructieve manier op onverwachte omstandigheden
    • Zoekt zelfstandig naar een oplossing
  7. Groepsgeest creëren en bevorderen door de eigen mening en ideeën te delen, door zich te identificeren met de gemeenschappelijke doelstellingen en door conflicten met collega's bij te leggen
    Indicatoren:
    • Weet zich te integreren in de groep
    • Stelt zich hulpvaardig op als anderen in problemen komen
    • Brengt de eigen ideeën in de groep
    • Identificeert zich met de groepsbelangen
    • Stelt zich sociaal en toegankelijk op naar andere mensen
    • Werkt constructief samen met anderen
  8. (Interne of externe) Klanten op een gerichte manier begeleiden en raad geven in hun keuzeproces. Hen steeds op de eerste plaats stellen door hen een gerichte service te leveren en door op een constructieve manier contacten te onderhouden.
    Indicatoren:
    • Stelt zich professioneel op ten aanzien van derden
    • Leeft zich in, in de problemen van klanten
    • Heeft een constructieve bijdrage voor het imago van de organisatie
    • Stelt klanten steeds op de eerste plaats
    • Geeft een optimale service aan de klanten
    • Biedt klanten een toegevoegde waarde door zijn inbreng
  9. Zich ten volle inzetten voor het werk door steeds het beste van zichzelf te geven en hoge kwaliteit na te streven. Blijven doorzetten, ook bij frustratie, tegenwerking, druk of detailarbeid
    Indicatoren:
    • Geeft het beste van zichzelf en wil optimaal presteren
    • Houdt vol, ook bij detailarbeid of routinetaken
    • Levert kwalitatief werk af, ook bij detailarbeid
    • Blijft doorzetten ook bij tegenslag of frustratie
    • Herstelt fouten op spontane wijze
    • Demonstreert het nodige zelfvertrouwen
  10. Kan vlot schriftelijk en mondeling communiceren
    Indicatoren:
    • Kan verbaal communiceren: gegevens, ideeën en meningen mondeling correct overbrengen, op een gestructureerde manier, al dan niet ondersteund door aangepaste non-verbale communicatie (intonatie, houding, expressie, ritme, snelheid, articulatie, oogcontact, …)
    • Kan een publiek overtuigen: inspelen op het publiek door de communicatiestijl aan te passen; doeltreffend inspelen op opmerkingen en vragen en de aandacht gaande houden.
    • Kan schriftelijk communiceren: gegevens, ideeën en meningen schriftelijk correct overbrengen met de juiste structuur en terminologie, en zonder taalfouten
    • Kan zelfstandig een diepgaand rapport opbouwen met een verantwoorde inpassing van een theoretisch én empirisch gedeelte


Leermaterialen
Stage- informatiebrochures:
  • 'Praktische informatiebrochure stages' uitgegeven door de optiecoördinator
  • 'Administratief verloop van de stage' uitgegeven door de algemene stagecoördinator.


Studiekosten
Verplaatsingskosten naar stagebedrijf.
Kosten verbonden aan het project.
Kosten seminarie solliciteren: geraamd op 160 euro.
Alle kosten verbonden aan de stage, met inbegrip van de kosten voor het medisch onderzoek, zijn ten laste van de student.

Studiebegeleiding
Persoonlijke begeleiding door een stagebegeleider (lector) en stagementor (bedrijf).

Onderwijsvormen
Zelfwerkzaamheid van de student.
Het stagebedrijf / de projectgever bepaalt de voertaal.
Het project/eindwerk wordt (in principe) opgesteld in het Nederlands, tenzij anders overeengekomen.

Evaluatievorm
Eerste examenzittijd:
De beoordeling omvat 2 aspecten:
  • De quotering voor het presteren tijdens de werkstage gebeurt door de stagebegeleider op basis van onder andere zijn eigen vaststellingen en het advies van de stagementor van het bedrijf en staat op 40 % van de punten.
  • De evaluatie van het project gebeurt door de projectbegeleider en co-promotor op basis van onder andere zijn eigen vaststellingen en het advies van de projectgever. Het project wordt beoordeeld op inhoud en vorm en staat op 45 % van de punten.
  • De mondelinge presentatie/ verdediging wordt geëvalueerd op 15 % van de punten.
Tweede examenzittijd:
De quotering voor het presteren in de stageperiode wordt meegenomen naar de tweede zittijd. Het project wordt in de mate van het mogelijke herwerkt en opnieuw mondeling verdedigd.

Studenten enkel ingeschreven voor het afleggen van de examens: idem reguliere student)

OP-leden