ITALIAANS
 
Wordt gegeven in 3de jaar Secretariaatsbeheer optie secretariaat-talen
3de jaar Secretariaatsbeheer optie secretariaat-talen
Theorie [A] 25.0
Toepassingen [B] 0.0
Stages en scriptie [C] 0.0
Studietijd [D] 75
Studiepunten [E] 3
Doceertaal Nederlands
Titularis Marianne VAN CAUWENBERGHE
Referentie EGSBRS03K99311
 
Trefwoorden
Italiaans

Doelstellingen
Op het einde van het jaar zijn de studenten in staat om dagdagelijkse taalgebruikssituaties te begrijpen. Bovendien kunnen zij een geziene tekst met een acceptabele uitspraak oplezen, en in een nieuwe tekst op elementair niveau, de ontwikkeling van een gedachtegang volgen.
Zij kunnen eenvoudige, in bestudeerd taalmateriaal gestelde teksten (verhalende en informatieve teksten, dialogen) reproduceren, en slagen er tevens in om eenvoudige conversaties van praktische aard te voeren, met aandacht voor de correcte uitspraak en intonatie.
Tenslotte zijn de studenten in staat om de geziene woorden correct te schrijven. Met behulp van de bestudeerde woordenschat of aan de hand van afbeeldingen of sleutelwoorden, kunnen zij een korte tekst neerschrijven. Zij slagen er ook in om schriftelijk en kort eenvoudige vragen over geziene teksten te beantwoorden.

Leerinhoud
De basiswoordenschat over een beperkt aantal semantische velden wordt verder aangevuld en uitgebreid.
De klemtoon blijft liggen op praktische woordenschatverwerving, met als communicatieve doelen o.a. vragen naar vervoer, vragen naar de weg, de weg wijzen, plaats en richting aangeven, zich verontschuldigen, vertellen over woonplaats en werk, inlichtingen vragen over trein-, tram-en busverbindingen, een kaartje kopen, hulp aanbieden, spreken over vakantie, iemand aanraden iets (niet) te doen, plaats en tijd aanduiden, wensen uiten, inkopen doen, om iets vragen, zeggen dat je iets/wel niet leuk vindt, vergelijken, een tegengestelde mening uiten, aangeven dat men (nog) niet weet te kiezen, spreken over het weer, een voorstel of een uitnodiging doen, een voorstel of uitnodiging aannemen of afslaan, een afspraak maken, verloop van een dag beschrijven, om iets vragen in de apotheek, aangeven wat men mankeert,enz..

De studenten zijn bovendien in staat om volgende leerinhouden actief te beheersen en correct in de praktijk toe te passen:
  • gebruik van enkele courante voorzetsels
  • de regelmatige werkwoorden in de passato prossimo, de futuro semplice, de imperfetto
  • de meest frequente onregelmatige werkwoorden in de passato prossimo, de futuro semplice, de imperfetto
  • de persoonlijke voornaamwoorden (i pronomi semplici-ripasso- CI/NE)
  • de bezittelijke voornaamwoorden


Begincompetenties
Programma tweede jaar.

Eindcompetenties


Leermaterialen
Oefeningenreeksen via fotokopies

Studiekosten
Oefeningenreeksen: tegen de gangbare kopieprijs bepaald door de hogeschool
Vertalend zakwoordenboek Nederlands-Italiaans/Italiaans-Nederlands: aankoop vrij

Studiebegeleiding
Eén remediëringsmoment per semester, indien nodig (spreekuur), tussentijdse toetsen (in het kader van de permanente evaluatie)

Onderwijsvormen
Hoorcollege, interactief leergesprek, begeleide oefeningen

Evaluatievorm
Permanente evaluatie (40%) + Schriftelijk examen (60%) [eerste zittijd]
Mondeling examen (40%) +Schriftelijk examen (60%) [tweede zittijd]

OP-leden